"Ik heb niet bereikt wat ik wilde. Vanuit het oogpunt van het klassement kwam ik niet eens in de buurt" - Ben O'Connor over teleurstellende Tour de France 2023

Na zijn 4e plaats in het algemeen klassement in de Tour de France van 2021, voordat een door blessures gehavende poging om de race in 2022 te rijden al na negen etappes eindigde, had Ben O'Connor deze zomer iets te bewijzen. Helaas was de Aussie niet in staat om zijn doelen volledig te bereiken.

"2022 was heel anders omdat ik geblesseerd was, dus dat moest ik eigenlijk van me afschrijven. Ik had gewoon eerder moeten opgeven", blikt O'Connor terug op zijn recente ervaringen in de Tour de France in gesprek met Cycling News. "2023 was gewoon teleurstellend omdat ik niet heb bereikt wat ik wilde bereiken. Vanuit het oogpunt van het klassement kwam ik niet eens in de buurt. Ik voelde me niet goed in de wedstrijd. Ik was een beetje ziek en het duurde lang voordat dat over was na de Tour de France. Er klopte gewoon iets niet."

Ondanks zijn beproevingen tijdens de laatste twee edities van de race, genoot de 28-jarige vooral van die van dit jaar, meer dan toen hij als vierde eindigde in het algemeen klassement. "Ik won de etappe in Tignes en dat was ongelooflijk, iets wat ik nooit zal vergeten, maar het was niet de Tour zoals ik me die had voorgesteld," zegt hij, verwijzend naar het covid-tijdperk van racen, waar steun langs de kant van de weg minimaal was. 

"Ik heb meer genoten van de Tour de France zelf dan in 2021, alleen niet van de resultaten", legt O'Connor uit. "De sfeer was de hele tijd belachelijk. Ik weet niet of dat kwam door deze Netflix-serie of dat dit gewoon een normale Tour de France was en ik het gewoon nog niet eerder had meegemaakt, maar het was een eye-opener. Dat is iets wat ik niet voor lief zal nemen, dat gevoel om in de grootste wedstrijd ter wereld te zitten."

Als leider van een Frans team staat er extra druk op O'Connor om indruk te maken. Gelukkig voor hem, toen hij wankelde in het klassement, floreerde zijn ploegmaat Felix Gall juist wel. "Ik ben zo blij dat hij er was," geeft O'Connor toe.

"Kijk, we zijn een Franse ploeg en als je niet presteert in de Tour, ziet dat er helemaal niet goed uit. Het voelt ook zeker niet goed, dus ik was blij dat hij supergoed bewoog, want anders hadden we een beetje in de problemen gezeten", legt hij uit. "Voor hem werken was heel gemakkelijk. Ik had mijn kans en die verknalde ik in Bilbao. Als ik goed genoeg was, zou ik zeker voor mezelf willen rijden, maar dat was ik niet. Je moet eerlijk zijn. Dit is waar wielrennen over gaat, het gaat soms over opoffering."

Het komende jaar wordt zijn vierde jaar bij het nieuwe Decathlon AG2R La Mondiale Team en O'Connor heeft nog steeds een goed gevoel over de toekomst als Grand Tour-kopman. "Ik geniet er echt van en de enige keer dat ik niet heb gepresteerd is toen ik ziek was," zegt hij. "Als je gewoon ondermaats zou presteren in het algemeen, dan denk ik dat de leidersrol echt een klap zou krijgen, omdat je het gevoel zou krijgen dat je niet goed genoeg bent en dat je het niet verdient dat de jongens zich voor jou opofferen.

"Als je ziek wordt, voelt het meer alsof je er niets aan kunt doen, maar je voelt je nog steeds schuldig. Je weet dat je veel moeite hebt gedaan en de jongens proberen je te helpen, maar het lukt je gewoon niet. Dat is frustrerender dan wat dan ook," besluit hij. "Je draagt er de verantwoordelijkheid voor, maar dat betekent niet dat ik er niet van houd. Ik denk dat ik er fysiek toe in staat ben. Als je dat zelfvertrouwen niet zou hebben, zou je niet echt een goede leider zijn."