De kritische opmerkingen van
Lance Armstrong over de broederliefde binnen het hedendaagse wielrennen hebben nogal wat opschudding veroorzaakt. Volgens
Nathan van Hooydonck, renner bij Team Visma | Lease a Bike, heeft de Amerikaan echter een punt.
"Ik had het ook niet leuk gevonden, mocht mijn kopman met zijn rivalen knuffelen", geeft de onlangs gepensioneerde Belg toe in gesprek op de 'Wuyts & Vlaeminck'-podcast voor HLN. "Natuurlijk ben ik voor fairplay. Dat spreekt voor zich. Ik snap dat je elkaar feliciteert en de hand schudt. Maar het kan er ook een beetje over zijn."
Vooral de beelden van rivalen
Tadej Pogacar en
Michael Matthews die samen naar
Milano-Sanremo reden, brachten Van Hooydonck in verwarring.
"Carpoolen zoals Pogacar en Matthews gedaan hebben en daar dan foto’s over posten, zou ik nooit gedaan hebben", zegt hij vol ongeloof. "Die jongens moeten het wel tegen elkaar opnemen in de koers. Ik stel me daar toch vragen bij."
De Belgische wielerexpert
Michel Wuyts is het daar niet mee eens. "Dat is het karakter van Pogacar en andere renners van deze generatie. Ze willen die ‘happy feeling’ delen. Ik vind het aanvaardbaar, mooi en soms zelfs aandoenlijk", antwoordt Wuyts. "Waar ik het veel lastiger mee zou hebben, is de manier waarin Freddy Maertens en Roger De Vlaeminck tijdens van de Ronde van Vlaanderen in 1977 met elkaar omgingen. Die twee hadden een zodanig grote piek op elkaar dat ze elkaar de overwinning niet gunden. Ze lieten zich dan maar uitzakken en op die manier won Walter Planckaert. Dan heb ik toch liever de huidige manier van omgaan met elkaar."