De wereldkampioen stond rustig aan de startlijn in Como, sprak zacht, maar met het zelfvertrouwen van een man die zijn plaats in de wielergeschiedenis kent. Tadej Pogacar — dit jaar al winnaar van de Tour de France, het wereldkampioenschap, Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van Vlaanderen én het Europees kampioenschap — richtte zijn vizier nu op een ongeziene vijfde opeenvolgende zege in Il Lombardia. Weinig renners hebben ooit van zo’n dominantie durven dromen, en geen enkele in het moderne tijdperk heeft het met zo’n vanzelfsprekend gemak gerealiseerd.
“Laatste dag met Rafa,” zei Pogacar tegen Cycling Pro Net, verwijzend naar Rafal Majka, die vandaag zijn laatste wedstrijd rijdt voor UAE Team Emirates. “Het was een eer om met hem te koersen. Hij was mijn grote broer, mijn mentor de afgelopen jaren. We hebben samen zoveel meegemaakt. Hij heeft me geholpen te worden wie ik nu ben — en ik zal hem na vandaag enorm missen.”
Het was een zeldzaam emotioneel moment van Pogacar, een kampioen die doorgaans zijn benen laat spreken. Maar zijn woorden klonken oprecht. Jarenlang was Majka zijn schaduw op de beklimmingen, zijn beschermengel in talloze zeges. Hun afscheid valt samen met Pogacars kans om opnieuw geschiedenis te schrijven — in een tijdperk waarin zijn naam al is gegraveerd in bijna elk monument van de wielersport.
Rafal Majka
De favoriet blijft de favoriet
Op het parcours dat rond het Comomeer slingert, is Pogacar opnieuw de man die iedereen in het vizier houdt.
“Ja, de vorm is er,” zei hij. “En dit parcours past me perfect. Dat hebben we de afgelopen vier keer gezien. Natuurlijk, ik word overal tot de favorieten gerekend, maar er zijn vandaag nog een paar andere jongens in topvorm. Het is een lange, zware koers met veel klimmen — er kan van alles gebeuren, je weet maar nooit.”
Die onzekerheid is precies wat Il Lombardia zo fascinerend maakt. De onvoorspelbare beklimmingen, het wisselvallige herfstweer en de vermoeidheid van een lang seizoen maken het tot een ware test van klasse en karakter. Toch heeft Pogacar het onvoorspelbare omgevormd tot routine. Zijn aanvallen op de Madonna del Ghisallo en de Civiglio hebben de voorbije vier edities bepaald — telkens op zijn eigen, meedogenloze manier.
Gevraagd of hij liever nog een solozege of een spannende finale zou beleven, glimlachte hij slechts.
“Ik ben gewoon… ja, het maakt niet uit,” zei hij. “We zijn hier gekomen om te winnen — en we zullen vechten voor de overwinning, op welke manier dan ook.”