Remco Evenepoel stond vorig jaar in zijn eerste volwaardige deelname meteen op het podium van de Tour de France. Dit seizoen mikt de 25-jarige Belg hoger: niets minder dan het geel in Parijs. En afgaande op de geluiden uit het Soudal–Quick-Step-kamp, lijkt hij meer dan klaar voor die missie.
“Het was gewoon heel goed. Op alle vlakken,” blikt Louis Vervaeke terug op het hoogtestage in de Sierra Nevada, in gesprek met Het Laatste Nieuws. “We hebben hard gewerkt, de sfeer was top, het weer zat mee. Eén dag regen, maar eigenlijk waren het achttien perfecte trainingsdagen. Op het einde was het echt warm, maar dat kwam goed uit: een uitstekende warmteprikkel richting Dauphiné en Tour.”
Ook wegkapitein Pieter Serry deelt die indruk. “De hele ploeg is goed. De kopman ook, absoluut. Dat voel je als ploegmaat. Als jij je al in het rood rijdt op een klim en hij passeert je ogenschijnlijk moeiteloos, dan weet je genoeg.” Evenepoel trainde opvallend intensief, vaak een blokje meer dan de rest, soms zelfs een extra uur. En dat liet zich ook fysiek zien: “Hij is veel afgevallen,” aldus Serry. “Anderhalve kilo,” bevestigde zijn trainer Koen Pelgrim eerder tegenover Het Nieuwsblad.
“Remco vliegt weer,” zegt Serry overtuigd. “Ik denk niet dat hij één slechte dag heeft gehad tijdens die drie weken. Hij heeft nóg een stap gezet.” De vergelijking met vorig jaar is opvallend. Toen kwam Evenepoel na zijn val in het Baskenland gehaast terug in koers, met een geforceerde voorbereiding op de Tour. “Dat was stressen. Hij kon zijn trainingsplan niet volledig afwerken en dat frustreerde hem zichtbaar,” aldus Serry. “Nu straalde hij rust uit, ik zag veel meer focus. Natuurlijk, hij verliest soms nog zijn geduld – maar zo is hij nu eenmaal. Er zit nog altijd een pitbull in hem. En net dát maakt hem zo goed.”