"Het zat er al lang aan te komen" - Juan Ayuso blikt vooruit op de eerste bergrit van de Giro d'Italia

De eerste serieuze krachtmeting in de Giro d’Italia 2025 staat voor de deur voor Juan Ayuso. De Spanjaard van UAE Team Emirates – XRG kijkt reikhalzend uit naar etappe 7 op vrijdag, waarin de renners finishen op de eerste echte aankomst bergop. Ayuso staat momenteel zesde in het algemeen klassement, maar is na de favoriet Primoz Roglic de best geplaatste klassementsrenner. Zijn achterstand op de Sloveen bedraagt 18 seconden.

In gesprek met Marca blikte Ayuso vooruit op wat hij zelf omschrijft als een cruciaal moment in deze Giro: "Met elke dag voel ik dat het ritme terugkeert," aldus de renner uit Barcelona, die ten val kwam in de openingsetappe. "De rustdag heeft me goed gedaan. Ik merk dat ik met elke etappe beter word. Vrijdag volgt eindelijk de eerste echte test in deze Giro – die eerlijk gezegd wat lang op zich heeft laten wachten."

Alle ogen zullen gericht zijn op de slotklim naar Tagliacozzo, een beklimming van bijna twaalf kilometer aan gemiddeld zes procent, met vooral de laatste twee kilometer als scherprechter: die stijgen aan negen procent. Daar zou Ayuso kunnen profiteren van een verzwakte Roglic, die zijn belangrijkste knecht Jai Hindley verloor na een zware valpartij in etappe 6.

Hoewel etappe 7 de eerste bergetappe is en daarmee de eerste echte test voor het klassement, wilde Ayuso ook nadrukkelijk wijzen op de gevaren van etappe 9 op zondag. Die voert naar Siena, en kent een profiel dat hij als "verraderlijk" bestempelt:

"Die etappe kan bepalend zijn voor het verloop van de Giro. Je kunt daar met een beetje pech veel tijd verliezen. Het zou ideaal zijn om met een goed gevoel en zonder tijdverlies de rustdag in te gaan," sloot de Spanjaard af.

Na de neutralisatie van etappe 6 – waarin geen tijdsverschillen werden genoteerd – blijft de stand in het algemeen klassement ongewijzigd. Ayuso staat zesde, maar is virtueel tweede onder de favorieten, achter Roglic. De Maglia Rosa blijft in handen van Mads Pedersen, die zich verrassend goed weet te handhaven in de bergen, zoals hij eerder al bewees in Parijs-Nice.