Voor de tweede keer in zijn carrière staat
Remco Evenepoel aan de start van de
Tour de France, en dat in 2025. Na een indrukwekkend debuut vorig jaar, waarin hij meteen het podium haalde, trekt de kopman van
Soudal - Quick-Step nu met grote ambities richting La Grande Boucle. Met zijn tijdritcapaciteiten en vernieuwde klimvermogen wordt hij beschouwd als de grootste uitdager van het dominante duo Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, dat de afgelopen jaren het klassement in een ijzeren greep hield.
Evenepoel, Pogacar en Vingegaard werken momenteel alle drie een intensief hoogtestage af ter voorbereiding op de naderende krachtmeting. Voor de Belgische kampioen betekende dat onder meer een verkenning van de gevreesde Col de la Loze. “Het is zwaar, hè? Heel onregelmatig”, klinkt het nuchter maar veelzeggend in een video op het Instagram-account van Courchevel Sports Outdoor. “De klim is ontzettend lang, de langste van de Tour dit jaar.”
Toch zijn er nog vraagtekens rond zijn klimbenen. In het Critérium du Dauphiné maakte Evenepoel indruk in de tijdrit en liet hij zijn directe concurrenten achter zich. Maar bergop leek hij nog altijd op achterstand te worden gereden – niet één, maar mogelijk twee niveaus verwijderd van het allerhoogste niveau van Pogacar en Vingegaard. Of die kloof in de resterende weken nog te dichten valt, blijft de grote vraag. Eén ding is zeker: het zal niet aan zijn inzet liggen.
“Hier aankomen is nooit eenvoudig. Het was de eerste keer dat we vanuit Courchevel zijn begonnen aan de klim,” vervolgde Evenepoel zijn analyse van de 6,2 kilometer lange slotbeklimming aan gemiddeld 6,5%. Een kuitenbijter die slechts één van de scherprechters vormt op wat zonder twijfel de 'koninginnenrit' van deze Tour wordt. “Met de Glandon en de Madeleine in het parcours wordt het een loodzware dag. Maar ook een fantastische etappe voor het publiek.”