Voor Carlos Rodríguez eindigde het
Critérium du Dauphiné 2025 zoals zijn seizoen tot dusver is verlopen: in de schaduw. De kopman van INEOS Grenadiers reed naar een negende plaats in het eindklassement, een resultaat dat op papier degelijk oogt, maar in werkelijkheid vooral de vragen vergroot over zijn vorm richting de
Tour de France.
De glans die Rodríguez in de zomer van 2023 liet zien in de Tour, én het vroege voorjaar van 2024 waarin hij indruk maakte in Itzulia en de Ronde van Romandië, lijkt ver weg. De voorbije maanden bleef het zoeken naar ritme, naar benen die willen vlammen, naar koersgevoel. Noch de sensaties, noch de resultaten zijn er, en dat stemt tot bezorgdheid bij een ploeg die mikte op een leidende rol voor de jonge Spanjaard in La Grande Boucle.
Rodríguez werd vooraf genoemd als de beoogde leider van INEOS voor de Tour de France, maar in de Dauphiné was zijn aanwezigheid eerder bescheiden dan beslissend. Waar een landgenoot als Enric Mas de koers kleur gaf met een aanval op de slotdag, hield Rodríguez zich afzijdig in het gevecht om ritzeges of een podiumklassering. Hij reed constant, maar zonder ooit echt te dreigen – een koersverloop dat, met de Tour op komst, meer vraagtekens oproept dan vertrouwen schenkt.
Zelf erkende hij dat ook, in een persbericht van de ploeg:
“Het was niet mijn beste wedstrijd, maar wel een goede voorbereiding op de Tour de France, en dat is uiteindelijk het belangrijkste. Ik ben blij dat ik elke dag heb kunnen vechten voor een goede klassering. Mijn ploegmaats hebben geweldig werk geleverd en in mij geloofd – daar ben ik dankbaar voor. Natuurlijk had ik graag hoger willen eindigen, maar ik heb mijn best gedaan, en meer kan ik niet eisen van mezelf.”
De feiten onderstrepen dat 2025 vooralsnog een stap terug betekent voor Rodríguez. Hij begon het seizoen met een zesde plaats in de Volta a la Comunitat Valenciana, verliet de UAE Tour voortijdig in rit 7 zonder noemenswaardige wapenfeiten, en werd kleurloos 33e in Luik-Bastenaken-Luik. In de Ronde van Romandië – waar hij vorig jaar nog triomfeerde – moest hij genoegen nemen met de zesde plek.
De negende plaats in de Dauphiné past in dat patroon: degelijk, maar niet overtuigend. Zeker in vergelijking met zijn aanloop naar de Tour van vorig jaar – tweede in Itzulia, winst in Romandië en vierde in de Dauphiné – is de huidige vorm een stuk minder geruststellend. Toen werd hij zevende in het Tour-klassement en leek hij klaar om door te stoten naar de absolute top.