Vrijdag markeert het debuut van
Fabio Jakobsen in zijn nieuwe team,
Team DSM-Firmenich PostNL, wanneer hij voor het eerst zijn opwachting maakt tijdens de
Muscat Classic in Oman.
"Ik ben in goede vorm. Niet ver van de vorm die ik in het voorjaar wil hebben", zegt Jakobsen, die volgende week de
Tour of Oman rijdt, in gesprek met Wielerflits. "Het is natuurlijk gewoon een voorbereidingswedstrijd voor mij. Dus het valt nog te bezien hoe je je kunt meten met de rest in de wedstrijd zelf. Maar de gegevens zeggen dat ik er klaar voor ben en ik voel me er klaar voor. De combinatie van die twee geeft vertrouwen dat het goed moet zijn."
De overstap naar een nieuw team brengt extra uitdagingen met zich mee voor iemand als Jakobsen, uitdagingen die veel fans in eerste instantie misschien over het hoofd zien. "Verschillende sponsors, ander materiaal: dat vereist altijd wat vallen en opstaan. Ik heb niet het makkelijkste lichaam om in een uniform te krijgen, zeker niet qua benen," lacht de Nederlandse sprintster. "Dus ja, het is altijd spannend, maar het gaat best goed."
Het ontwikkelen van een band met zijn sprinttrein zal de sleutel zijn voor de 27-jarige Jakobsen als het gaat om zijn doelen tijdens zijn tijd in Oman. "Vooral dat we goed samenwerken en dat we aan elkaar wennen. Winnen zou natuurlijk het mooiste zijn in die sprintetappe. Maar als dat niet lukt, hebben we niets te verliezen. We moeten een plan maken en dat proberen uit te voeren," legt Jakobsen uit.
"Ik denk dat ik de benen heb, maar dat zal moeten blijken wanneer we in de laatste twee- tot driehonderd meter zijn. We zijn allemaal gemotiveerd. Het is een nieuwe start, met een nieuw team. Dan moeten we niet te veel druk leggen op die eerste koers. Er zijn nog genoeg mogelijkheden om in dat hele blok in het Midden-Oosten te komen met genoeg sprints en daarna Parijs-Nice."
"We hebben een vrij vaste volgorde met eerst Julius van den Berg en dan Timo Roosen. En dan Tobias Lund Andersen en ikzelf," besluit hij. "We moeten kijken hoe we het doen met Tim Naberman, Warren Barguil en Frank van den Broek. Wie voelt zich goed, wie voelt zich comfortabel bij welke taak? Maar met die laatste drie mannen voor me begin ik aan de laatste kilometers en dan zien we wel."