Remco Evenepoel staat ontegensprekelijk aan de top van het internationale wielrennen, maar het
Critérium du Dauphiné toont opnieuw hoe veeleisend het allerhoogste niveau is. In de zware zevende etappe, met drie lange beklimmingen en een helse finale naar Valmeinier 1800, beet de Belg zich vast — maar moest zoals zovelen tot het uiterste gaan.
"Als je net een volle inspanning hebt geleverd en dan stormt iedereen op je af, is dat geen fijn gevoel", verklaarde Evenepoel na de finish tegenover Het Laatste Nieuws, zichtbaar geïrriteerd door een fotograaf die zijn persoonlijke ruimte tussen hem en de ploegmedewerkers verstoorde.
Evenepoel begon de dag als vierde in het klassement en behield die positie, maar zijn achterstand op Jonas Vingegaard en Florian Lipowitz groeide opnieuw. Daarmee lijkt een plek op het eindpodium vrijwel uitgesloten, tenzij er morgen iets buitengewoons gebeurt. Net als op vrijdag beperkte de renner van
Soudal - Quick-Step zich tot het volgen van de klassementsmannen tot aan de onvermijdelijke versnelling van Tadej Pogacar, waarna hij in zijn eigen tempo de klim afwerkte.
"Het was echt een bijzonder zware dag", vertelde Evenepoel na afloop. "Het begon bergop, het middenstuk was zwaar en het eindigde uiteraard bergop. In het begin zat ik goed van voren, maar op het einde begonnen de benen het te begeven. Ik viel wat stil. Eigenlijk een beetje hetzelfde verhaal als gisteren."
Hoewel de kloof met de top groter werd, lijkt zijn vierde plek relatief veilig. De constante prestaties van de Belg in deze zware week zijn alvast een bemoedigend signaal richting de Tour de France, al wil hij zelf geen overhaaste conclusies trekken over hoe dicht hij zijn grote rivalen nadert.
"Daar ga ik nu geen antwoord op geven. Ik moet vooral kijken waar ik vorig jaar stond: toen werd ik zevende, achter renners van een iets lager niveau. Dus ja, ik ben al een stap verder. Ik moet me gewoon blijven focussen op mezelf, dag per dag", besloot Evenepoel nuchter.