Gehuld in de Nederlandse driekleur en zijn kenmerkende zonnebril, was Dylan Groenewegen in staat om een grote overwinning te pakken in de Tour de France van vorig jaar, zelfs in de rol van outsider. Dit brengt zijn totaal aantal op 6 etappes in de Tour, waardoor Groenewegen binnen schootsafstand komt van de Nederlandse grootheden Joop Zoetemelk, Jan Raas en Gerrie Knetemann die allemaal op 10 triomfen staan. Het doel voor 2025 lijkt vast te staan.
"De Tour de France is gewoon het belangrijkste voor mij," vertelde Groenewegen Wieler Revue tijdens het trainingskamp in Altea. "Het is altijd nummer één voor mij."
De Nederlandse snelheidsduivel kijkt automatisch met één oog naar de openingsetappe in Lille. Voor de snelle mannen is er normaal gesproken een kans op de eerste gele trui. "Ik wil alleen maar zeggen dat als het lukt in de vijfde etappe, dat ook prima is. Natuurlijk zou de gele trui een mooie bonus zijn, maar ik neem het voor lief als er nog een paar ritzeges zijn en er geen geel tussen zit."
In wat waarschijnlijk het 'tijdperk van Tadej Pogacar' zal worden genoemd, is het leven van een pure sprinter niet makkelijk. De koersen worden steeds sneller en elk helling is een kans om de koers aan flarden te schieten. De 31-jarige Groenewegen wilde niet op zijn lauweren rusten en verruilde daarom eerder dit seizoen zijn coach voor een coach die beter bij zijn "nieuwe" trainingsstijl past.
Groenewegn benadrukt verder dat trainen om sprinter te worden steeds meer een denksport is geworden. "Sprinten is leuk, maar je moet wel naar die sprint toe kunnen. Met Pogacar en dat soort jongens gaat het over het algemeen steeds sneller. Het niveau moet gewoon omhoog om als sprinter een grand tour te kunnen uitrijden."
"Een balans vinden tussen je sprint en je basis is een dunne lijn. Daar moet je op balanceren. Vooral voor de trainer is het meer een denksport geworden. Natuurlijk denk ik er ook over na en werk ik eraan, maar ik laat die taak vooral aan mijn trainer over."