Na drie seizoenen scheiden aan het einde van dit jaar de wegen van
Dylan Groenewegen en
Team Jayco AlUla. Toch krijgt de Nederlandse sprinter in zijn laatste maanden bij de Australische formatie nog volop kansen. Met Michael Matthews aan de kant wegens gezondheidsproblemen en Ben O’Connor niet in topvorm, lijkt Groenewegen zelfs de uitgesproken kopman voor de Tour de France.
"Dat zal waarschijnlijk bij een andere ploeg zijn, maar daar kan ik nu nog niets over zeggen. Dat blijft voorlopig tussen mij en het team", vertelde Groenewegen in een interview met de NOS. "Maar ik kijk wel écht uit naar een nieuwe uitdaging." Zijn periode bij Jayco loopt dus op z’n einde, maar het seizoen is allesbehalve voorbij – integendeel, het kan nog een succesverhaal worden.
De openingsrit van de Tour eindigt in een massasprint, en de winnaar mag de gele trui aantrekken. Een unieke kans voor de rappe mannen. "Als sprinter krijg je zelden zo’n mogelijkheid. De laatste keer was zes jaar geleden. Toen viel ik helaas, al pakte Mike Teunissen toen het geel – het was alsnog een schitterende dag voor ons team. Nu hoop ik dat het mijn moment wordt. We doen er alles aan om dat te realiseren."
Groenewegen komt met vertrouwen naar Frankrijk, gewapend met een sterke sprint en twee recente ritzeges in de Ronde van Slovenië. "Ik ben zeker goed genoeg om een Touretappe te winnen. Anders ging ik niet. Het gaat nu gewoon goed. Het voorjaar was moeilijk, door een hersenschudding en een zware val in Tirreno-Adriatico. Daarna was het vooral overleven, wedstrijd na wedstrijd, zonder echt beter te worden. Maar in april ben ik op hoogtestage naar Spanje geweest, en sindsdien ben ik weer op niveau – met meteen winst in mijn laatste sprintkoersen."
Na een moeizame seizoensstart heeft de Nederlander de rug gerecht. Sinds mei kwamen de zeges én het vertrouwen terug. Cruciaal, met de Tour in aantocht. "Het gaat weer de goede kant op. Ik voel me goed. Ik heb een prachtig kind en een geweldige vrouw thuis. Wielrennen is belangrijk, maar soms komt het op de tweede plaats. Als het thuis goed gaat, gaat het met mij ook goed."
Toch is zijn vuur nog lang niet gedoofd. "Ik kan nog steeds pissig zijn na een mindere rit en dan een half uur stil in de bus zitten, zodat de jongens weten dat het morgen anders moet. Maar ik kan dingen ook beter relativeren. Als je twintig minuten na de finish je zoontje aan de lijn hebt, zie je alles in perspectief. Maar de honger is er nog steeds. Zolang dat zo is, geniet ik van het wielrennen", besluit Groenewegen strijdvaardig.