Marlen Reusser voelt nog altijd de nasleep van haar heroïsche wereldtitel in Kigali. De 34-jarige Zwitserse beschrijft de tijdrit die haar de regenboogtrui opleverde als een inspanning die “zeven levens heeft gekost”. Na haar dominante optreden in 2025 – met winst in de Tour de Suisse, podiumplaatsen in de Giro Donne en de Vuelta Femenina, en de ultieme bekroning op het WK – spreekt Reusser openhartig over de fysieke en mentale tol van haar succes.
“Het was een supergaaf seizoen,” vertelt ze aan Blick. “Maar niet alles liep zoals gepland. Ik ben meerdere keren ziek geweest, en er werd geschreven dat ik chronische problemen had – dat klopte niet. Tijdens de Giro had ik een maaginfectie, voor de Tour had ik iets verkeerds gegeten en later kreeg ik griep. Zulke dingen kunnen iedereen overkomen, maar ze deden alsof ik voortdurend iets mankeerde.”
De wereldtitel in Kigali was het hoogtepunt, maar ook een uitputtingsslag. “Een goede tijdrit is een gevecht met jezelf,” zegt ze. “Je duwt jezelf tot het uiterste. Dat maakt het bijzonder – maar niet plezierig. Die dag in Rwanda heeft me zeven levens gekost.”
Reusser nam ook deel aan de gemengde estafette voor Zwitserland
Rust, reflectie en een open toekomst
Na een seizoen vol pieken en vermoeidheid kijkt Reusser vooruit met meer nuance. Ze wil in de toekomst selectiever omgaan met haar programma. “Ik kan me voorstellen dat ik op een gegeven moment een tijdrit oversla,” zegt ze. “Ik hou van de discipline, maar ik wil het niet nog 25 keer doen.”
De Olympische Spelen blijven de enige ontbrekende titel op haar indrukwekkende palmares. Ze miste Parijs 2024 door ziekte, en bij de Spelen van Los Angeles 2028 zou ze 37 zijn. “Natuurlijk denk ik eraan,” geeft ze toe. “Maar ik weet niet of ik dan nog zal koersen. Het zou een enorme uitdaging zijn, maar ik moet nog beslissen of ik dat pad opnieuw wil bewandelen.”
Voorlopig kiest Reusser voor rust. “Ik blijf graag actief, maar ik heb ook geleerd om los te laten. Geen vakantie in de klassieke zin, maar gewoon even niet fietsen. Dat doet me goed,” zegt ze. “Ik ben gemotiveerd – maar ik weet ook dat dit niet eeuwig doorgaat.”