"De salarissen van de rensters stijgen sneller dan de budgetten van de ploegen": Ex-prof waarschuwt dat het vrouwenwielrennen in de problemen zit

Het vrouwenwielrennen heeft de afgelopen jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Toch lijkt het alsof de dames in hun streven naar gelijke tred met de mannen soms een paar stappen overslaan. Pogingen om het niveau verder te verhogen botsen op problemen die niet zomaar opgelost kunnen worden.

Voormalig Nederlands wielrenster Natascha Knaven-den Ouden geeft in een interview met Sporza haar visie op de huidige situatie. “De UCI professionaliseerde de WorldTour: salarissen stegen, ploegen mochten uitbreiden tot 20 renners plus twee neo-pro’s. Maar ironisch genoeg zie je nu het omgekeerde gebeuren.”

Veel WorldTour-teams krimpen juist weer in, tot soms maar 14 of 16 renners. Daardoor hebben nog niet alle ploegen een petitie van de UCI ondertekend om verplicht de volledige WorldTour-kalender te rijden. De reden? Ze hebben simpelweg niet genoeg renners om dat te kunnen.

Knaven legt uit dat het probleem vooral zit in de verschillende ontwikkelingsfasen van het mannen- en vrouwenwielrennen. “Mannenwielrennen heeft 25 jaar gehad om te groeien naar het huidige WorldTour-model, van het vrouwenwielrennen wordt verwacht dat dit in vijf jaar gebeurt. Dat is niet realistisch.” “De focus ligt nu vooral op toprensters en gelijke salarissen. Maar de salarissen van de rensters stijgen sneller dan de budgetten van de ploegen. Er is te veel aandacht voor geld, waardoor het vrouwenwielrennen van binnenuit gevaar loopt.”

Ze benadrukt dat door de stijgende loonkosten ploegen minder kunnen investeren in cruciale zaken als personeel, coaching en trainingskampen. “Vrouwenteams bouwen aan renners, maar niet aan een ondersteunende structuur. Vergelijk het met een huis: leg je eerst het dak zonder fundering? Dat werkt niet.”

Knaven waarschuwt ook voor een mogelijk tekort aan talent. Hoewel meer profs zouden moeten betekenen dat er meer talent klaarstaat om door te breken, gebeurt dat op dit moment niet voldoende. De lagere regionen van het vrouwenwielrennen krimpen: developmentteams worden kleiner, continentale ploegen verdwijnen en de kalender buiten de WorldTour wordt kleiner.

Volgens Knaven heeft dat grote gevolgen. “Zonder investeringen aan de basis zal de top opdrogen. De WorldTour kan zichzelf niet blijven dragen. De rensters zijn er, de wedstrijden zijn er, de organisatoren ook. Maar er ontbreekt een duurzame structuur.”