Terwijl
Mathieu van der Poel zijn terugkeer in het veldrijden nadert, wordt er al druk uitgekeken naar welke wedstrijden de Nederlander in 2024 op de weg mag verwelkomen. In een gesprek met Het Nieuwsblad legt Van der Poel uit dat er nog niets vastligt.
"Ik probeer nu mijn basis uit te breiden met veel duurtraining, zodat ik mijn voorjaar langer kan rekken. Ik wil in ieder geval in mijn allerbeste vorm zijn in Luik, maar ik ben realistisch," geeft hij toe, verwijzend naar het doel om nog een monument aan zijn palmares toe te voegen. "Als mannen als Tadej Pogacar of
Remco Evenepoel starten in La Redoute, is het bijna onmogelijk voor mij om mee te doen. Daarvoor is het verschil in gewicht te groot."
Over Evenepoel gesproken, zowel hij als van der Poel werden onlangs gespot toen ze samen aan het trainen waren op de wegen van Zuid-Spanje. "De relatie met hem is anders dan die met Wout van Aert, omdat we minder concurrenten zijn", zegt Van der Poel over zijn vriendschap met de wereldkampioen tijdrijden. "Misschien straks in Luik, maar ik weet niet of hij me daar echt als concurrent ziet."
Wat betreft Van der Poel's plannen voor zijn kalender voor 2024 zijn er drie opties. "Ik rijd de Tour en dan doe ik alleen de wegwedstrijd op de Spelen. Of ik rijd de Tour niet en dan doe ik de wegwedstrijd en mountainbiken," zegt hij. "Wat ik zeker niet ga doen is de Tour rijden en dan vroeg vertrekken, zoals ik deed voor Tokio. De Olympische wegwedstrijd valt twee weken na de Tour en dat is eigenlijk ideaal. Je kunt dat vergelijken met het WK in Glasgow dit jaar, waar ik ook een heel goed niveau haalde door de Tour eerder te rijden. Maar de mountainbike is te vroeg, een week na de Tour. Dan kan ik nooit mijn beste niveau halen."
"De derde optie die op tafel ligt is om de Tour en de Vuelta te doen. Uiteindelijk zal ik zelf beslissen, in overleg met de ploeg," besluit hij.