Remco Evenepoel moest in Kigali genoegen nemen met zilver op het WK. De Belg finishte bijna anderhalve minuut achter Tadej Pogacar, maar vooral de omstandigheden maakten zijn dag bitter. Herhaalde technische problemen, meerdere fietswissels en het machteloos wachten op de ploegleiderswagen legden zijn zenuwen bloot. Het werd een koers waarin Evenepoels klasse zichtbaar bleef, maar ook zijn temperament.
Voormalig prof
Thomas Dekker keek met scherpe blik mee en gaf zijn oordeel in de Live Slow, Ride Fast-podcast. “Pogacar is de belangrijkste sporter van Slovenië, maar daar zijn ze nuchterder dan de zeven miljoen Vlamingen die alles op Evenepoel projecteren,” stelde hij.
Volgens Dekker heeft die vurigheid twee kanten. “Evenepoel heeft een woedeprobleem, maar dat maakt hem tegelijk zo sterk. Hij presteert op woede en wrok.”
Hij wees op de tweede fietswissel, hét keerpunt in de koers. “Daarna liet hij zich even uitzakken om nog eens te versnellen. Voor die wissel was het verschil een minuut, toen hij weer gas gaf al 1:20. Toch slim gedaan.”
Maar de dynamiek van de achtervolging speelde hem parten. “Normaal had hij Healy en Skjelmose direct moeten lossen. Alleen, die reden geweldig. Zonder hen had Remco alleen gereden en zich waarschijnlijk minder geërgerd. Want dat doet hij duidelijk.”
Dekker zag hoe de irritatie hem opslokte. “Elke keer dat hij op kop reed, straalde hij frustratie uit. Respect voor Healy en Skjelmose, want ik had gezegd: ‘Rij zelf maar, Remco. Jij wilt wereldkampioen worden, voor mij is derde ook goed.’”
Hij trok de vergelijking met de Formule 1. “Dit was zijn grote doel en we weten allemaal hoe hij in elkaar zit. Net zoals iedereen weet hoe Max Verstappen is. Die rijdt ook als een bezetene als het moet. Je kunt de aard van het beestje niet veranderen.”
Niet iedereen keek zo mild. Co-commentator José De Cauwer noemde de tweede wissel bij Sporza een fout. “Zoiets neem je een amateur of beginner niet eens kwalijk,” zei hij. “Ik weet dat het kamp-Evenepoel me dat niet in dank afneemt, maar je weet dat er geloste renners tussen zitten en dat de ploegwagen er niet meteen is. Op de Kimihurura moet je gewoon door. Ondanks alles zagen we daarna een sterke Evenepoel. Maar wat als hij daar geen 42 seconden had laten liggen?”
Volgens De Cauwer kan zoiets knagen. “Tijdens die eerste wissel verloor hij vertrouwen, iets wat je normaal niet ziet bij hem. Hij is in topvorm, maar denkt toch: hoe kan dit mij overkomen?”
Ook bondscoach Serge Pauwels gaf uitleg. “We passeerden Quinten Hermans op de Kimihurura en hij zei dat Remco een nieuwe fiets nodig had. Alleen zaten we achter geloste renners en de commissaris hield ons tegen. Ik riep dat mijn kopman een fiets nodig had en na overleg mochten we door.”
“Toen we weer mochten rijden, stond Remco al aan de kant. We waren er bijna, maar toch: 42 seconden is veel. Als hij nog een kilometer was doorgereden, hadden wij kunnen opschuiven en was de wissel sneller gegaan. Gelukkig was Quinten daar om hem te helpen.”