Het idee om toeschouwers te laten betalen voor een plekje langs het parcours – ooit ondenkbaar in een sport die juist trots is op haar gratis toegankelijkheid – wint terrein. Enkele dagen nadat Jérôme Pineau voor opschudding zorgde door te suggereren dat de
Tour de France 2026 delen van Alpe d’Huez zou kunnen “privatiseren”, schaart ook oud-renner Filippo Pozzato zich achter dat principe.
De voormalige winnaar van Milano–Sanremo, inmiddels organisator bij PP Sport Events, noemt ticketzones “geen elitaire drempel”, maar een noodzakelijke stap richting financiële duurzaamheid. “Mensen moeten begrijpen dat ze geen geld verspillen – we leveren een dienst, net als de show van de koers,” zei Pozzato tegen SpazioCiclismo. “Wielrennen is de enige sport zonder ticketmodel. Overheden en regio’s kunnen het niet blijven bekostigen. Zo kan de sport niet overleven.”
Betaalde klimzones bij de Veneto Classic
Pozzato voerde het systeem al in bij zijn
Veneto Classic, waar toeschouwers €10 betalen voor toegang tot de Tisa-klim, compleet met grote schermen, DJ, eten en entertainment. “Toen ik ermee begon, werd ik uitgescholden,” vertelt hij. “Men dacht dat ik een klassenkloof wilde creëren. Maar mensen betalen €15 om naar een wedstrijd in de Serie C te kijken – waarom zou je dan niet iets bijdragen om de beste renners ter wereld van dichtbij te zien?”
De weerstand is inmiddels grotendeels verdwenen. “De feedback is nu positief,” aldus Pozzato. “We hebben een aangename ruimte gebouwd met sfeer, muziek en goede catering. Het doel is een economisch zelfvoorzienend systeem – anders is het zinloos.”
Dit jaar verkochten ze 720 kaartjes, een record voor het evenement. “De droom is om er duizend te halen en daarna de prijs én de kwaliteit op te schalen. Mensen moeten terugkomen omdat het de moeite waard is.”
“Je moet mensen opvoeden”
Volgens Pozzato draait het om het herdefiniëren van de beleving. “Het gaat niet om uitsluiting, maar om waarde. Je moet mensen leren dat ze geen geld weggooien: ze krijgen een ervaring terug. En het kan jonge fans aantrekken. Buiten de Giro d’Italia staat er nog amper publiek langs de weg – we moeten het opnieuw leuk maken.”
Hij benadrukt dat vooral kleine organisaties alternatieve inkomsten nodig hebben. “Als we niet evolueren, verdwijnen alle kleine Italiaanse koersen. Alleen de RCS-wedstrijden overleven nog. De rest draait op passie, niet op een model.”
“Het moet een show worden”
Pozzato deelt Pineau’s analyse dat het huidige financieringssysteem verouderd is, maar bekijkt het vanuit een promotorperspectief. “In het wielrennen wil iedereen alles blijven doen zoals vroeger,” zegt hij. “Maar dat is niet houdbaar. Het moet een show worden – een spektakel. Je hoeft de sport niet te vervormen, maar wél te behandelen als entertainment.”
Zijn voorbeeld komt uit Vlaanderen. “Daar betalen mensen €500 voor hospitality. Hier vinden ze €10 al veel. Maar wie kwaliteit wil, moet accepteren dat dat geld kost.”
Richting onvermijdelijke verandering
Of de rest van de wielerwereld volgt, blijft de vraag. Pozzato voelt zich nog vaak “alleen tegen een miljoen”, maar blijft overtuigd van de noodzaak.
“Ik heb het besproken met de Liga, maar kreeg geen reactie. Er is geen bedrijfsvisie. We moeten een product creëren met echte waarde.”
Met Pineau die betaalzones bepleit op Alpe d’Huez en Pozzato die het al in de praktijk brengt in Veneto, lijkt een taboe langzaam te schuiven. De kernvraag: kan de traditie van vrij kijken overleven in een tijdperk waarin de sport zichzelf moet leren bedruipen?