Ben Hermans hoopt dat zijn ervaring hem een laat contractaanbod oplevert: "Ik hoop dat er ergens nog een team is die dat ook ziet"

Ben Hermans was nooit een koman in de grootste wedstrijden, maar tijdens zijn carrière behaalde hij veel opmerkelijke resultaten - een lijst met 19 professionele overwinningen. Maar de laatste is al behoorlijk stoffig. De 38-jarige renner bracht dit seizoen door bij Cofidis, dat hem vorig jaar op het laatste moment een contract aanbood, maar nu moet Hermans weer op zoek naar een nieuwe ploeg.

"Ik doe het nog steeds heel graag", begint Hermans over zijn grote passie, wielrennen, in gesprek met Het Nieuwsblad. "Waarom zou ik dan stoppen?" De Belg kende een moeizaam voorjaar, waarna hij zijn vorm wel weer vond. "Sinds juni, juli voel ik me weer echt goed. De Ronde van Polen was goed en daarna had ik me graag laten zien in de Vuelta. Helaas zat ik daar niet bij de selectie."

Het is niet de eerste keer dat Hermans zich in deze moeilijke situatie bevindt. Vorig jaar wachtte de Belg ook lang op dat ene telefoontje. "Ik kreeg uiteindelijk pas half november het bericht dat ik bij Cofidis kon tekenen. Nu ben ik veel rustiger dan toen. Ik hoop dat mijn manager nog iets kan vinden. Zo niet, dan zal ik het moeten accepteren", klinkt hij realistisch.

Hermans' laatste overwinning dateert van augustus 2021, toen hij een tijdrit won in de Tour Poitou-Charentes. Winnen is niet langer de ambitie van de veteraan. "Ik ben dat punt van kopman zijn voorbij. Maar ik wil nog steeds koersen in een dienende rol. Niet om een leider honderdvijftig kilometer uit de wind te houden. Dat is niets voor mij, maar bergop kan ik een goede helper zijn."

Een soort mentorrol, dat is waar Hermans zichzelf graag in zou zien. "Een oudere renner kan de weg wijzen. Er valt zoveel te leren." Toch worden jonge renners tegenwoordig steeds meer aan hun lot overgelaten en dat is volgens de Belg een groot probleem. "Vroeger, als je bewezen had wat je kon, wilden teams je altijd houden. Nu gaan teammanagers ervan uit dat jonge renners alles zelf al weten. Dat is tot op zekere hoogte waar: jonge jongens weten veel meer dan vroeger. Maar het blijft waardevol om renners naast je te hebben die alles al hebben meegemaakt. Ik hoop dat er ergens nog een ploeg is die dat ook ziet", besluit Hermans hoopvol.