Vandaag is het parcours onthuld voor de eerste drie etappes van de Vuelta a Espana 2025, die beginnen in de Italiaanse regio Piemonte. Dit biedt een interessante gelegenheid om deze openingsritten te vergelijken met de start van de Tour de France 2025, om te zien welke wedstrijd een uitdagendere start biedt en welke renners een kans maken om vroeg de rode of gele trui te dragen.
De Tour de France 2025 begint in Lille, Noord-Frankrijk, en keert daarmee na enkele jaren terug naar een start op Franse bodem. Laten we de profielen van beide rondes bekijken en analyseren welke een moeilijkere start kent.
De Vuelta opent met een etappe van 183 kilometer van Turijn naar Reggia di Venaria, inclusief een klim van de derde categorie op 60 kilometer. Het parcours is grotendeels vlak, wat het ideaal maakt voor sprinters die de eerste rode trui willen bemachtigen.
Aan de andere kant begint de Tour met een lus van 185 kilometer rond Lille, eveneens ontworpen voor sprinters. Dit biedt een unieke kans voor de snelste mannen in het peloton om de felbegeerde gele trui te dragen, een eer die slechts een selecte groep sprinters, waaronder Mark Cavendish, ooit ten deel is gevallen. Beide etappes hebben beperkte hoogteverschillen en lijken te eindigen in een massasprint, tenzij een ontsnapping voor een verrassing zorgt.
In de tweede etappe voert de Vuelta het tempo op met een rit van 157 kilometer vanuit Alba naar Limone Piemonte. De finale bevat de categorie 2 beklimming van Puerto Limonte, een 10 kilometer lange klim die de klimmers en klassementsrenners al vroeg in de wedstrijd test. Dit zal vrijwel zeker een groot deel van de sprinters uit het peloton doen lossen en maakt deze etappe zwaarder dan de openingsrit.
Ter vergelijking: de tweede etappe van de Tour is een langere rit van 212 kilometer van Lauwin-Planque naar Boulogne-sur-Mer. Het terrein is heuvelachtig en is gunstig voor puncheurs of aanvallers, maar het mist een klim van dezelfde intensiteit als de Puerto Limonte. Hierdoor lijkt de tweede etappe van de Vuelta een duidelijk grotere uitdaging te bieden, zeker voor renners die hun klassementsambities al vroeg willen tonen.
De derde etappe van de Vuelta, een rit van 139 kilometer van San Maurizio naar Ceres, legt opnieuw de nadruk op klimmen. Hoewel deze etappe korter is, wordt verwacht dat deze voor de eerste significante tijdsverschillen in het algemeen klassement zal zorgen. Ondertussen biedt de derde etappe van de Tour, 178 kilometer van Valenciennes naar Duinkerken, een overwegend vlak parcours, wat een duidelijke kans is voor de sprinters. Toch blijft de beruchte wind langs de Noord-Franse kust een mogelijke factor die chaos kan veroorzaken in het peloton.
Met de tweede en derde etappe van de Vuelta worden klimmers en klassementsrenners direct uitgedaagd, terwijl sprinters in de openingsfase van de Tour hun kans kunnen grijpen. Twee van de drie Tour-etappes zijn overwegend vlak, wat een meer voorspelbaar begin biedt. In contrast lijkt de tweede etappe van de Vuelta, met de beklimming van Puerto Limonte, een grotere impact op het klassement te kunnen hebben dan welke etappe dan ook in de eerste dagen van de Tour.
Beide Grote Rondes beloven een spannende start, maar om totaal verschillende redenen. Zullen we in Frankrijk al snel een sprinter als Jasper Philipsen of Biniam Girmay in de gele trui zien? En zullen klassementsrenners zoals Primoz Roglic en Ben O’Connor in Spanje vanaf dag twee al het gevecht om de rode trui aangaan? De tijd zal het leren.