Het
WK Wielrennen van 2024 heeft een zeer zwaar parcours dat waarschijnlijk beter bij
Tadej Pogacar past dan bij
Mathieu van der Poel. Maar is het nog steeds mogelijk dat de wereldkampioen van 2023 opnieuw de regenboogtrui verovert?
Het parcours in Zürich omvat drie zware beklimmingen. Twee daarvan zijn relatief kort maar steil: Kyburg, met een lengte van 1,2 km en een hellingsgraad van 12%, met pieken tot 16%, en de Zürichbergstrasse, met een lengte van 1,1 km en een gemiddelde helling van 8%, maximaal 15%. De laatste klim, Witikon, is langer, met 2,3 km aan 5,7% en hellingen tot 9%. Dit biedt Pogacar genoeg mogelijkheden om schade aan te richten met een soloaanval.
Toch zijn dit niet de soort beklimmingen waar Van der Poel zich niet aan kan aanpassen. Het wereldkampioenschap van Zürich verschilt van dat van Innsbruck, dat specifiek was afgestemd op pure klimmers. Dit parcours leent zich ook voor sterke klassementsrenners die uitblinken op steile beklimmingen, en Van der Poel, die in topvorm verkeert, zou mogelijk zijn kansen kunnen grijpen.
In termen van explosiviteit is Van der Poel een van de weinigen in het peloton die een constante aanval van Pogacar kan afslaan. Ook Remco Evenepoel zou een rol kunnen spelen. Hij kan proberen de Sloveen bij te benen, zoals hij deed tijdens het WK in Australië toen hij uiteindelijk de regenboogtrui veroverde.
Uiteindelijk zal de beslissing waarschijnlijk in de laatste ronde vallen. Pogacar zal drie kansen hebben om zijn aanval te lanceren, met Primoz Roglic als zijn steun. Pogacar komt naar het WK in zijn derde vormpiek van het seizoen, terwijl Van der Poel zich in zijn tweede piek bevindt. Hij won in het begin van het seizoen en heeft sindsdien tijdens de Tour gefocust op het WK.
Op zondag 29 september zullen we zien of de Nederlander in staat is om zijn Sloveense rivaal te verslaan.