“Als Hinault vandaag 19 zou zijn, zou hij hetzelfde niveau hebben als Seixas” – Madiot over jong Frans wonderkind

Weinig figuren in het Franse wielrennen dragen zoveel gewicht en ervaring als Marc Madiot. De Groupama–FDJ-ploegleider, inmiddels bezig aan zijn vierde decennium als manager, heeft alle evoluties, crises en wederopstanden van de sport meegemaakt. Toch klinken zijn woorden opvallend fris en oprecht enthousiast wanneer het gesprek op Paul Seixas komt — de 19-jarige sensatie die Frankrijk opnieuw hoop geeft.

In een interview met Cyclism’Actu was Madiot uitgesproken lovend.

“Ik denk dat hij een fenomenale renner is,” zei hij. “Hij toonde zijn klasse bij de junioren en bevestigde dat meteen op profniveau. Als je een 19-jarige Bernard Hinault in de context van vandaag zou plaatsen, zou hij dezelfde capaciteiten hebben als Paul Seixas. Dat is het niveau waar we het over hebben.”

De vergelijking is gewaagd, maar veelzeggend. Hinault, de vijfvoudige Tourwinnaar, blijft het ultieme ijkpunt in het Franse wielrennen. Dat Madiot Seixas in dat gezelschap plaatst, zegt alles over het talent en de maturiteit van de jonge renner die dit najaar schitterde op het WK, EK en in Il Lombardia.

“Het fenomeen jeugd hoort bij het moderne wielrennen,” legt Madiot uit. “Jonge renners zijn beter voorbereid, beter getraind, beter begeleid. Ze bereiken hun top veel vroeger dan vroeger. Dat zie je in het wielrennen én in andere sporten. Het is de nieuwe realiteit.”

Toch is Madiot’s enthousiasme niet onbegrensd. Het gesprek neemt een meer zorgelijke wending wanneer hij reflecteert op de fragiele economische toestand van het Franse wielrennen, vooral na het faillissement van Arkéa–B&B Hotels.

“Het is triest voor iedereen – voor de renners, de staf, voor Manu zelf,” zegt hij over manager Emmanuel Hubert. “We weten dat het een moeilijke periode is. Traditionele wielerlanden zoals Frankrijk en België hebben moeite om gelijke tred te houden met de mondiale economische groei. Ik hoop dat de UCI maatregelen neemt, anders krijgen we echt problemen.”

Madiot herinnert zich een tijd van solidariteit in het Franse wielrennen:

“We hadden sterke teams, goede wedstrijden en samenhang. Dat hield de sport overeind. Dat gevoel van eenheid moeten we zien te behouden.”

Ook op internationaal vlak toont Madiot zijn pragmatisme. De dominantie van UAE Team Emirates – XRG, dat dit jaar bijna 100 zeges boekte, ziet hij als een logisch gevolg van budget en structuur.

“De grootste teams hebben altijd de meeste koersen gewonnen,” stelt hij nuchter. “Met zulke diepte is hun dominantie normaal. Van hun 30 renners zouden er 26 of 27 elders kopman kunnen zijn.”

Over de vrees dat fans uitgekeken raken op voorspelbare uitslagen, blijft hij optimistisch:

“Fans raken misschien even vermoeid, maar zodra het seizoen herbegint, keert de passie terug. In januari, met de Tour Down Under, is alles weer nieuw.”

Ondanks alle onzekerheden blijft Madiot trouw aan zijn filosofie: bouwen aan de toekomst via ontwikkeling van jong talent. De jeugdopleiding van Groupama–FDJ, ooit gezien als gedurfd experiment, is uitgegroeid tot een hoeksteen van het team.

“Dertig jaar geleden werden we bekritiseerd omdat we op jonge renners focusten,” herinnert hij zich. “Misschien waren we te vroeg, maar het was altijd ons model. Elk jaar stromen nieuwe talenten door. Hopelijk kunnen ze blijven groeien.”

Op de vraag wie de volgende Seixas wordt, glimlacht hij slechts:

“We zullen zien. Hopelijk niet één – maar meerdere. We willen een sterke, jonge kern, niet enkel een ster.”

Voor Madiot is de vergelijking tussen Hinault en Seixas geen overdrijving, maar een geloofsverklaring in de toekomst van het Franse wielrennen. Ondanks economische druk en de internationale dominantie van superteams, blijft zijn vertrouwen in nieuw Frans talent onwankelbaar.

“Als Bernard Hinault vandaag 19 zou zijn, zou hij dezelfde capaciteiten hebben als Paul Seixas,” herhaalt hij. “Dat zegt genoeg over het niveau.”

Een uitspraak die klinkt als zowel trots als waarschuwing: Frankrijk heeft nog steeds renners die tot het hoogste niveau kunnen reiken — maar het fundament waarop ze groeien, mag niet wankelen.