Wout van Aert krijgt steeds vaker lovende woorden van zijn voormalige trainingsmakker
Jan Bakelants, en die blijven ook na zijn indrukwekkende optreden in de Giro d’Italia niet uit. Volgens Bakelants is de Belg stilaan op weg naar een absolute topvorm richting de
Tour de France – en die timing lijkt geen toeval.
“Wout zal het misschien niet met me eens zijn,” opent Bakelants in gesprek met Wieler Revue, “maar de Wout van de zomer is een andere categorie dan de Wout van begin dit seizoen. Kijk naar de demonstraties die hij al heeft opgevoerd in de Tour... Zijn beste voorjaarsklassieker reed hij eigenlijk in het najaar: die Ronde van Vlaanderen in coronajaar 2020, toen Van der Poel hem in een millimetersprint klopte.”
Bakelants ziet niet alleen een evolutie in vorm, maar vermoedt ook een onderliggende biologische verklaring. “Tijdens mijn studies hoorde ik over het 'circadiaans ritme'. Dat gaat niet enkel over dag en nacht, maar kan ook seizoensgebonden schommelingen verklaren. In het profpeloton is dat nog grotendeels onbekend terrein, maar het zou deels kunnen verklaren waarom bepaalde renners net in een bepaald deel van het jaar excelleren.”
“Wout vindt het misschien onzin”, vervolgt Bakelants, “maar als ik zelf een ploeg zou leiden, dan zou ik absoluut een samenwerking opstarten met een universiteit om dat te onderzoeken.”
De verwachtingen zijn hooggespannen, zeker met een openingsweek vol heuvelachtige etappes. “De Tour is toch echt zijn koers,” stelt Bakelants overtuigd. “Dat is de plek waar we altijd de beste Wout van Aert hebben gezien. Ik zie hem opnieuw strijden voor de gele trui én een ritzege – net als in 2022. Alles zal afhangen van de rol die het team voor hem in gedachten heeft. De ritten in Noord-Frankrijk kunnen zenuwslopend zijn voor Vingegaard, maar voor Wout zijn de tweede en vierde etappe haast op zijn lijf geschreven.”
Toch nuanceert Bakelants meteen de verwachtingen: Van Aert hoeft zijn eerdere successen niet per se te overtreffen om te slagen. “Als hij één etappe wint, is zijn Tour geslaagd. Maar haalt hij dat niet, dan zal het toch een lichte teleurstelling zijn.”