Het slothoofdstuk van een lange, roemrijke carrière lijkt in zicht voor Alexander Kristoff. De 37-jarige Noor heeft in een gesprek met Het Nieuwsblad laten weten dat het seizoen 2025 vrijwel zeker zijn laatste zal zijn in het profpeloton. Daarmee komt er een einde aan meer dan anderhalf decennium op het hoogste niveau.
"Ik kan met bijna zekerheid bevestigen dat dit mijn laatste seizoen is", verklaarde Kristoff. De Noor heeft door de jaren heen een erelijst opgebouwd waar menig renner slechts van kan dromen. Vier ritzeges in de Tour de France, winst in Milano-Sanremo én een glorieuze triomf in de Ronde van Vlaanderen: Kristoff was jarenlang een vaste waarde in het voorjaar en daarbuiten. Toch voelt de krachtpatser uit Stavanger dat het beste er stilaan af is.
"De resultaten zijn misschien niet slecht. Ik werd bijvoorbeeld nog vierde in Gent-Wevelgem, maar ik ben niet meer op mijn topniveau." Zijn naderende afscheid draait echter niet alleen om vormverlies. De motivatie is tanende, en de prioriteiten liggen inmiddels elders.
"Ik voel dat ik de kracht van vroeger mis, en dat werkt demotiverend. Natuurlijk kan ik volgend jaar nog altijd koersen winnen. Maar dat kon Tom Boonen ook toen hij ermee stopte. Of Fabian Cancellara, die bij zijn afscheid nog Olympisch goud pakte in het tijdrijden. Er komt gewoon een moment waarop je moet stoppen. Ik ben bijna 38, ik heb vier kinderen, er is meer in het leven dan alleen de fiets."
Kristoff blikt eerlijk terug op de offers die het wielerleven vroeg. "Fietsen heeft mijn hele volwassen leven bepaald. Ik kan me amper een periode herinneren waarin ik niét op de fiets zat. Nu geniet ik van mijn sportloosheid. Als renner neem je voortdurend risico’s – ik ben de voorbije weken twee keer zwaar gevallen. Als je wint, is het allemaal geweldig. Maar als je minder wint, is het vooral veel stress."
Met 97 profzeges op zijn naam is de Noor nog drie overwinningen verwijderd van een magische mijlpaal. Een laatste doel, een laatste jacht. "Ik wil zeker nog drie keer winnen", klinkt het strijdvaardig.