Mathieu van der Poel en Wout van Aert krijgen kans op olympisch goud: Veldrijden mogelijk op de Winterspelen van 2030

De Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles bieden het profpeloton opnieuw de gelegenheid om te strijden om olympisch goud — voor wegrenners, baanrenners en mountainbikers. Voor veldrijders ligt dat anders: hun discipline is geen olympische sport. Maar daar kan binnenkort verandering in komen. Volgens de Britse krant The Guardian wordt er serieus overwogen om veldrijden toe te voegen aan het programma van de Winterspelen van 2030, die in de Franse Alpen worden georganiseerd.

Een opmerkelijke ontwikkeling, want dat zou betekenen dat grootheden als Mathieu van der Poel en Wout van Aert hun carrière mogelijk kunnen bekronen met een olympische titel.

Volgens Sebastian Coe, voorzitter van World Athletics, wordt er 'serieus nagedacht' over de toevoeging van veldrijden aan het olympisch programma. “Ik heb het er al met UCI-voorzitter David Lappartient over gehad. Het delen van een parcours met de crosscountrywedstrijd is een reële optie. We hebben daarover al goede gesprekken gevoerd,” aldus Coe tegenover The Guardian.

Een mogelijk obstakel is dat ook het crosslopen (cross country running) een olympisch statuut ambieert, maar dat valt onder de zomerspelen. Daardoor zou het veldrijden een uniek plekje kunnen krijgen als fietsdiscipline in de winter.

Op papier voldoet het aan alle voorwaarden: het veldritseizoen loopt van oktober tot februari, het wordt al beschouwd als de winterdiscipline van het wielrennen, en wedstrijden vinden plaats in koude, natte en vaak besneeuwde omstandigheden.

“Er zouden wel enkele aanpassingen moeten komen,” voegde Coe toe. “Olympische wintersporten moeten op sneeuw of ijs plaatsvinden, en dat was in Frankrijk niet altijd overvloedig aanwezig. Maar veldrijden en langlaufen zijn onmiskenbaar wintersporten.”

Als de plannen doorgaan, zou het olympisch veldrijden plaatsvinden in februari 2030, vermoedelijk in de Franse Alpen of in de regio Nice. Tegen die tijd zijn Van der Poel en Van Aert 35 jaar, maar het is allerminst ondenkbaar dat beide legendes dan nog actief zijn. Een olympisch debuut van hun discipline zou zelfs een extra motivatie kunnen zijn om hun carrière te verlengen.

Daarachter lonkt een nieuwe generatie. Thibau Nys lijkt de natuurlijke opvolger van de twee groten, terwijl jonge talenten als Tibor del Grosso, Jente Michels en de broers Aggostinacchio tegen die tijd de internationale top kunnen bestormen.

Bij de vrouwen verandert het landschap minder ingrijpend. De huidige toppers — Fem van Empel, Puck Pieterse, Zoe Bäckstedt, Marie Schreiber en Blanka Kata Vas — zijn in 2030 nog altijd in de bloei van hun carrière. Alleen ervaren kampioenes als Lucinda Brand en Marianne Vos zouden tegen die tijd mogelijk afscheid hebben genomen van het hoogste niveau.