Joris Nieuwenhuis boekte vorige week in Val di Sole zijn eerste overwinning in de World Cup en gaf die prestatie een vervolg in Namen. De Nederlander eindigde als derde bovenop de Citadel, achter
Tom Pidcock en ploegmaat
Pim Ronhaar van Baloise Trek Lions. In gesprek met In de Leiderstrui praatte Nieuwenhuis na afloop bij over de afgelopen twee weken.
Nieuwenhuis zei dat hij in Namen niet in de flow kwam die hij wel had in Merksplas, Boom of Val di Sole, de wedstrijden die hij deze winter wist te winnen. "Het was sowieso zwaar. Ik had eigenlijk een goede start, waarna ik zevende of achtste lag en vrij snel kon opschuiven. We reden vrij snel met z'n tweeën aan de leiding en Pim en ik gingen goed door, maar ik zag al snel dat Tom dichterbij kwam."
Pidcock reed duidelijk op een ander niveau, concludeerde Nieuwenhuis ook. "Ik probeerde een tijdje in zijn wiel te rijden, maar ik besefte al snel dat ik gewoon mijn eigen tempo moest rijden." Dat was geen verrassing. "Ik wist dat hij hier heel goed zou zijn. Op dit soort circuits wordt het heel moeilijk om zo iemand te verslaan, omdat hij zijn kracht veel meer kan gebruiken."
Nieuwenhuis was de eerste om toe te geven dat hij er het meeste uit had gehaald. "Ik voelde me niet echt geweldig, ik denk dat ik last had van een kleine verkoudheid. Mijn neus zat ook een beetje dicht, dus ik ademde alleen door mijn mond," zei de Baloise Trek Lions-renner. "Maar verder was het gewoon goed, qua vorm is het natuurlijk nog steeds prima. Maar ik had niet dat extra waardoor ik me er echt goed bij voelde."