“Hij heeft genoeg van trainen”: Alpecin-ploegbaas staat te popelen om Mathieu van der Poel in Namen los te laten

Er is niets mis met kwalitatieve trainingskilometers in de winter. Maar als het aan Mathieu van der Poel ligt, staat hij liever tot aan zijn knieën in de modder om zijn crossduels van dichtbij uit te vechten, in plaats van ze alleen op tv te bekijken. Je merkt dat de Nederlander het zonnebaden in Spanje wel gezien heeft toen we hem tijdens een training bijna zagen vallen. Gelukkig voor Van der Poel hoeft hij niet veel meer saaie uren in het zadel te maken, want zijn debuut in het veldritseizoen 2025/26 staat al voor komende zondag gepland.

Aanvankelijk maakte de Belgische ploeg bekend dat Van der Poel zeker op 20 december zijn wintercampagne zou openen in de Wereldbeker Antwerpen. Zijn deelname aan de Wereldbeker Namen, een week eerder, bleef nog even in beraad. Terwijl een vroege start vóór de kerstreeks mogelijk was, bestond ook de kans dat de ploeg haar kopman zou overtuigen om nog een week langer op trainingskamp te blijven met het voorjaar in het achterhoofd.

Twijfel is er echter niet meer: “Goed nieuws, bevestigd. Mathieu van der Poel voelt zich voldoende koersklaar om zijn veldritseizoen aanstaande zondag te openen in de UCI Cyclo-cross Wereldbeker in Namen,” meldde zijn ploeg afgelopen vrijdag, waarmee de komst van de veldritkoning naar het traditionele Wereldbekerdecor vaststaat om zijn troon te verdedigen. Een wedstrijd die hij in zijn carrière al vijf keer won (2015-2016 en 2018-2020).

Hoe verloopt Van der Poels voorbereiding volgens Alpecin-Deceuninck-ploegbaas Christoph Roodhooft? “Met Mathieu gaat het goed en hij heeft goed getraind. Hij heeft nog niet op zijn crossfiets gezeten (in elk geval tot vorige week, red.). Dat zal waarschijnlijk ergens volgende week gebeuren. Het is de opbouw die we de laatste jaren altijd doen richting het WK,” zei hij bij Sporza.

Roodhooft erkent dat Van der Poel niet langer zonder het wedstrijdelement kan. “Ik heb het gevoel dat hij het trainen wel gehad heeft. Hij is er klaar voor om naar België te komen en te koersen.”