Het is duidelijk dat Mathieu van der Poel en Wout Van Aert de grootste publiekstrekkers zijn in het cyclocross. Alleen al het bereik van hun namen op de startlijst kan de bezoekersaantallen van sommige kleinere wedstrijden verveelvoudigen. Maar beide renners zijn binnenkort 30 jaar oud en de olifant in de kamer is wie, als er iemand is, in staat zal zijn om het over te nemen en de "poster boy" voor cyclocross te zijn als de koningen er niet meer zijn.
Al enkele jaren stellen Mathieu van der Poel en Wout Van Aert hun deelname aan het cyclocrossseizoen voortdurend uit, om zich aan te passen aan de noden van hun doelstellingen voor het wegseizoen. Dit afhaken van het duo zorgt er onvermijdelijk voor dat de organisatoren de start van het wereldbekerseizoen steeds verder uitstellen.
"Als je in oktober organiseert en je hebt 5.000 mensen, terwijl je in december 15.000 hebt, denk ik dat de berekening snel gemaakt is," geeft Clément Venturini toe in commentaar door Eurosport. "Daar denken de organisatoren van de wereldbeker over na."
De Exact Cross van Loenhout aanstaande vrijdag, waar beide mannen hun opwachting zouden moeten maken, zou daarom wel eens een breder publiek kunnen trekken dan veel van de wereldbekerrondes aan het begin van het seizoen. In het bijzonder diegene die plaatsvinden buiten de traditionele thuisbasis van het top veldrijden in de Benelux.
"Helaas is dat hoe het is," merkt Venturini op. "Het gaat per generatie. Er was (Zdenek) Stybar, (Sven) Nys, (Niels) Albert. Er was een klein gat in de populariteit van het cyclocross toen zij vertrokken. En nu, hop, is het weer begonnen. Dus ik denk dat het een beetje cyclisch is. Het is wel zo dat met al het respect dat ik heb voor de pure veldrijders, Mathieu (Van der Poel) en Wout (Van Aert) de lat zo hoog hebben gelegd dat ik niet weet of er over 3-4 jaar nog een klompje zal zijn dat het publiek zal trekken. "