Het parcours van de
Tour de France 2026 is donderdagochtend onthuld in Parijs. Zoals altijd roept de route discussie op — vooral door het beperkte aantal tijdritkilometers — maar één ding staat vast: de koers moet spannend blijven tot de allerlaatste bergetappe. De dubbelklim naar de Alpe d’Huez vormt het absolute hoogtepunt van drie intensieve weken, waarin de strijd om de gele trui tot het uiterste wordt gerekt.
Zware slotweek moet beslissen
“Zoals altijd proberen we uitdagende wedstrijden te ontwerpen,” zegt Thierry Gouvenou, technisch directeur van organisator ASO, bij de presentatie. “Wat deze Tour 2026 kenmerkt, is de toenemende zwaarte. We hebben niet gezocht naar obstakels aan het begin van de koers — die komen pas later, vooral in de laatste week. Die wordt uitzonderlijk zwaar.”
De Pyreneeën spelen ditmaal een bescheidener rol. “We hebben het daar rustiger aan gedaan,” legt Gouvenou uit. “Dat wordt eerder terrein voor vluchters dan voor klassementsrenners. De verschillen zullen klein blijven tot we de Vogezen bereiken. De Col du Haag, bij Le Markstein, is daar de lastigste klim; volgens mij de zwaarste van de streek. Die zal al voor een eerste schifting zorgen.”
Het zwaartepunt van de Tour ligt echter in de Alpen. “Wanneer we de Savoie binnenrijden, zal alles beslist worden,” zegt Gouvenou. “Vanaf het Plateau de Solaison kan niemand zich nog verstoppen. En aan de voet van de Alpe d’Huez zullen we al een heel duidelijk beeld hebben van het klassement.”
Pogacar blijft de referentie
Na vier eindzeges op rij is Tadej Pogačar opnieuw de topfavoriet. De Sloveen jaagt op zijn vijfde Tourzege, en de organisatie heeft het parcours zo opgebouwd dat hij die niet cadeau krijgt.
“Eerlijk gezegd draait tegenwoordig alles rond één man: Tadej Pogačar,” bekent Gouvenou. “Tegen zo’n talent is weinig te beginnen. Toch hebben we geprobeerd de spanning erin te houden door de zwaarste etappes helemaal op het einde te plaatsen. Zo blijft de strijd om geel open tot de laatste dagen.”
De dubbele Alpe d’Huez
Het spektakelstuk van de 113e editie wordt de dubbele aankomst op de Alpe d’Huez, in etappes 19 en 20. Die tweedaagse Alpenfinale moet het beslissende toneel worden van de Tour. Gouvenou verklapt dat het idee rechtstreeks van Tourdirecteur Christian Prudhomme kwam.
“Het concept komt uit het hoofd van Christian,” lacht hij. “Ik heb het alleen uitgevoerd. Het beeld van Hinault en LeMond, hand in hand in 1986, is legendarisch. Veertig jaar later wilden we opnieuw een statement maken.”
De eerste klim naar de Alpe d’Huez verloopt klassiek over de 21 bochten. De tweede dag wacht echter een compleet ander gezicht van de berg, via de Col de Sarenne — een ruigere, onregelmatige zijde. Daarvoor moeten de renners al over de Croix-de-Fer en de Galibier. “Die etappe is een marathon over harde, oneffen wegen,” zegt Gouvenou. “Dat kan grote verschillen opleveren. We hopen dat dit een dag wordt die in de geschiedenisboeken belandt.”
Evenwicht tussen traditie en vernieuwing
Met deze editie probeert de Tourorganisatie opnieuw de balans te vinden tussen traditie en spektakel. Het parcours behoudt iconische beklimmingen, maar krijgt tegelijk een frisse impuls met onbekendere routes en een finale die alles tot het laatste moment openhoudt. De boodschap van Gouvenou is duidelijk: geen vroege beslissing, geen voorspelbare slotweek, maar een Tour waarin de strijd om de gele trui pas beslist wordt op de flanken van de Alpe d’Huez — precies zoals Prudhomme het wilde.
Tour de France 2026, etappe 20