Tadej Pogacar was de voorbije jaren zonder twijfel de meest dominante renner van het peloton. Of het nu ging om Monumenten, grote rondes of eendagskoersen, de Sloveen van
UAE Team Emirates - XRG slaagde er telkens in zijn doelen waar te maken. Toch zou het volgens voormalig
Lotto-ploegleider Herman Frison allemaal nóg indrukwekkender kunnen zijn, mits een scherpere koersaanpak.
“Hij had niet op de aanval van Julian Alaphilippe hoeven reageren. En als hij dat dan toch deed, had hij Alaphilippe beter langer bij zich kunnen houden,” stelt Frison in een interview met Het Nieuwsblad, terugblikkend op Pogacars optreden in de
Amstel Gold Race 2025. “Je kent het gezegde van De Cauwer: 'Eet eerst van andermans bord, dan pas van je eigen bord'. Maar Pogacar gaat altijd meteen voor zijn eigen bord. Soms betaalt hij daar de prijs voor.”
Hoewel zijn vermeende tactische tekortkomingen Pogacar nog niet van veel overwinningen hebben weerhouden, wijst Frison erop dat brute kracht niet altijd genoeg zal zijn. “Hij is zo sterk dat hij zelden hoeft na te denken over hoe hij moet winnen. Dat was al zo toen hij jong was, en hij heeft dat grotendeels kunnen doortrekken naar de profs. Volgens wat ik hoor, gaat het in de trainingen net zo: groepssessies bestaan voor hem nauwelijks. Hij rijdt van begin tot eind op kop.”
Volgens Frison komt er een moment waarop zelfs Pogacar tegen zijn limieten aanloopt, en dan is koersinzicht onmisbaar. “Kijk naar het aantal wedstrijden dat hij al gereden heeft. Die intensiteit bouwt zich op en dan moet je slimmer beginnen koersen. Dat heeft bij ons met Philippe Gilbert destijds ook zo gewerkt.”
De oud-sportdirecteur sluit af met een duidelijk advies aan de entourage van de Sloveen. “In het heetst van de strijd moet je renners hun gang laten gaan, maar als Pogacar met nog meer dan veertig kilometer te gaan aanvalt, moet er iemand in de ploegleiderswagen durven zeggen dat het ook anders kan.”