Thibau Nys hekelt 'crimineel' gedrag van sprinters: "Je kan vijf of zes man in de bak smijten"

Thibau Nys begon zijn seizoen nog geen maand geleden in de Ronde van Romandië, maar heeft al vier overwinningen behaald, allemaal op beklimmingen, inclusief het eindklassement van de Tour de Hongrie. Hoewel de Belg beschikt over een zeer sterke sprint, wil hij niet deelnemen aan massasprints, omdat hij het gedrag van de sprinters als extreem gevaarlijk beschouwt.

"Ik rijd dit jaar ook de Ronde van Zwitserland, maar daar heb je echte cols", vertelde Nys aan Wielerflits. "Dat zal altijd te zwaar zijn. Maar Tirreno-Adriatico kan ik ooit misschien wel een keer proberen. Om mee te doen in die kleinere rondjes moet ik aan mijn tijdrit werken. Ik zal nooit een specialist worden, maar op dit moment kan ik niet inschatten welk niveau ik kan halen."

Het is duidelijk dat het niveau van Nys stijgt. Na een ontsnappingszege op een klim van 7 kilometer werd bevestigd dat de Belg echt talent heeft voor lange beklimmingen. Hoewel Hongarije geen extreme uitdagingen bood, was het fascinerend om te zien hoe hij een enorme sprong maakte in consistentie en klimvermogen. Hij won twee etappes en het algemeen klassement. Dit laat hem dromen van een toekomst waarin hij kan strijden in zwaardere wedstrijden en zelfs in het klassement van etappekoersen op WorldTour-niveau.

Zijn mogelijke sprintambities blijven echter achter. Dit is niet vanwege een gebrek aan talent - hij is een extreem sterke puncheur - maar vanwege de mentaliteit van andere sprinters. "Sprinters zijn klootzakken. Ik wil er niet mee geassocieerd worden. Wat er in een sprint gebeurt, is soms crimineel. Letterlijk crimineel", zegt hij.

Zijn ervaring in de Ronde van Hongarije was nog erger, geeft hij toe. "In Hongarije heb ik zwaardere toestanden meegemaakt. Zoom in de eerste etappe in op het helikopterbeeld van de laatste anderhalve kilometer en je kan vijf, zes man in de bak smijten. Echt waar. Aan vijfenzestig, zeventig per uur zie je renners anderen wegduwen met de hand", vertelt hij.

In de tweede etappe gebeurde er iets opmerkelijks toen Dylan Groenewegen en Sam Welsford enkele seconden schouder aan schouder reden, totdat Welsford tegen de vangrail aan botste en een wiel brak. Het was een ongelooflijk spannend moment, maar volgens Nys slechts een van de vele.

"Het is zeker niet alleen Dylan Groenewegen, maar die heb ik in rit twee ook weer een toer zien uithalen. Sam Welsford reed zijn wiel kapot tegen de nadar. Dan weet je het wel. Elke keer ik een massasprint meedoe is dat een interessante leerervaring, maar echt waar, ik ben blij dat ik er mijn brood niet mee moet verdienen", concludeert hij.