Tadej Pogacar praat over 'speciale' relatie met Vingegaard: "Jonas en ik zien elkaar maar één keer per jaar"

De grote rivalen en belangrijkste favorieten om voor het derde achtereenvolgende jaar de Tour de France te winnen, zijn weer van de partij. Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard zullen ook dit jaar de strijd aangaan. Voor de start van de Tour sprak de Sloveense renner over zijn relatie met de regerende kampioen

"Het is al heel moeilijk om één grote ronde te winnen en de Giro was echt niet gemakkelijk. Ik moest in goede vorm zijn en alles geven om te kunnen zegevieren. In gedachten is de combinatie Giro-Tour een grote uitdaging", zei Pogacar in een interview met Wielerflits. Ondanks de sterke selectie van de ploeg, heeft UAE Team Emirates volledig vertrouwen in Pogacar. Al zijn teamgenoten hebben op enig moment verklaard dat hij de onbetwiste kopman is.

Hoewel hij al de Giro d'Italia heeft gereden en gewonnen, wordt hij toch als de grote favoriet gezien. Dit onderstreept niet alleen zijn uitzonderlijke vorm bij de start, maar ook zijn voortdurende groei als renner. Zijn voornaamste uitdager zal naar verwachting Vingegaard zijn, die terugkeert na bijna drie maanden zonder wedstrijd vanwege een blessure. Op de vraag naar zijn relatie met de Deense concurrent, antwoordde Pogacar:

"Dat is een speciale. Jonas en ik zien elkaar altijd maar een keer per jaar eigenlijk, tijdens de maand juli. Het is te gek dat we onze namen in de geschiedenisboeken schrijven als rivalen. Ik kan die rivalenstrijd goed waarderen, omdat ik Jonas respecteer. Ik vind het fijn om hem hier aan de start te zien."

Op de eerste dag wacht de renners een zware uitdaging met 3800 hoogtemeters en hitte die een rol speelt. "Ik moet zeggen dat ik denk dat de openingsrit niet zwaar genoeg is om er totale chaos van te maken", zegt Pogacar. Of zou hij kunnen bluffen?

"In de tweede rit zullen we op de San Luca wel al meteen zien hoe iedereen ervoor staat. Heel het peloton kent die klim uit de Giro dell’Emilia. Daar gaan verschillen ontstaan, maar alsnog zullen we sprinten met een klein groepje. Heel misschien kan er iemand solo gaan. In de vierde etappe volgt dan meteen een mooie, zware bergrit. Daar verwacht ik dat de eerste verschillen zullen ontstaan. Vanaf dat moment zullen we zeker gaan handelen."