Lang werd
Robert Stannard gezien als een van de grootste Australische talenten in het profpeloton. Zijn overstap in 2022 van Mitchelton-Scott naar
Alpecin-Deceuninck leek een logische stap in een carrière die alleen maar omhoog ging. Maar halverwege 2023 sloeg het noodlot toe: er kwam een oude antidopingzaak aan het licht uit 2018. Op 3 augustus werd Stannard voorlopig geschorst – uitgerekend op het moment dat hij zich had geplaatst voor de wegwedstrijd op het WK in Glasgow.
Die donkere periode lijkt de Australiër inmiddels achter zich te hebben gelaten. Stannard, inmiddels 26 jaar, maakt sinds dit seizoen deel uit van Bahrain - Victorious en begint zijn plaats in het peloton langzaam maar zeker te heroveren. Afgelopen zondag was hij nog in actie te zien in de Amstel Gold Race, waar hij opnieuw liet zien over het nodige koersinzicht en inhoud te beschikken.
In gesprek met IDL Pro Cycling sprak Stannard openhartig over zijn terugkeer. “Ik ben superblij dat ik weer mag koersen en ik geniet er met volle teugen van,” aldus de renner. “Het was een moeilijke periode, maar ik probeer me volledig te richten op het heden. Een positieve mindset helpt me daarbij. Ik wil niet blijven hangen in wat geweest is.”
Na een reeks nationale wedstrijden in Australië begon zijn Europese campagne met het Openingsweekend, gevolgd door een stevig voorjaar: Strade Bianche, Tirreno-Adriatico, Milaan-Sanremo, E3 Saxo Bank Classic en Gent-Wevelgem. In Dwars door Vlaanderen haalde hij de finish niet, maar hij reed wel een degelijke Itzulia Baskenland.
Toch tempert Stannard de verwachtingen. “Ik mis nog wat koersritme en heb geen torenhoge ambities voor dit jaar. Mijn focus ligt op het ondersteunen van mijn ploegmaten, jongens als Lenny Martinez en Pello Bilbao. Pas als mijn benen er weer klaar voor zijn, wil ik opnieuw voor eigen kansen gaan.”
De Australische renner kijkt opvallend nuchter terug op de afgelopen maanden en is vastbesloten om zijn reputatie stap voor stap te herstellen. “Mijn geweten is schoon. Sinds mijn comeback heb ik alleen maar positieve reacties ontvangen, van collega’s én teamgenoten. Ik krijg geen negatieve opmerkingen, dus ik denk er ook niet meer aan. Ik ben blij dat ik weer deel uitmaak van het peloton.”