Etappe 11 van de Giro d’Italia zag er op papier al pittig uit, maar velen verwachtten een klassieke vlucht die het tot de streep zou uitzingen. Toch liep het anders. Ondanks de sterke samenstelling van de kopgroep, kozen meerdere klassementsteams ervoor om de koers hard te maken – en met succes:
Richard Carapaz rondde een indrukwekkende solo-aanval af en snoepte kostbare seconden af van zijn concurrenten voor het algemeen klassement.
Net als in etappe 8 kende ook deze rit een bijzonder lange en harde strijd om in de ontsnapping te geraken. Vanuit Viareggio ging het over vlakke wegen richting de eerste klim van de dag, en pas daar wist een omvangrijke groep zich los te maken. Op de steile flanken van de Passo San Pellegrino viel die groep echter al snel uiteen. Alleen Lorenzo Fortunato kon het helse tempo op de klim aan – zijn zinnen duidelijk gezet op de bergpunten.
Na de top kreeg Fortunato gezelschap van zijn ploegmaat Wout Poels, Luke Plapp, Nairo Quintana en Pello Bilbao. Deze vijf vormden de officiële kopgroep van de dag. In het peloton was de rust toen al ver te zoeken: op de San Pellegrino zette INEOS Grenadiers de boel op scherp, en een aanval van Egan Bernal leidde tot een schifting. Enkel
Isaac del Toro en Juan Ayuso konden volgen. Later sloten nog enkele renners aan, maar de aanval bleef zonder vervolg.
Het leek er even op dat de klassementsmannen het daarna wat rustiger aan zouden doen, maar niets was minder waar. Lidl-Trek, EF Education-EasyPost en UAE Team Emirates – geholpen door XRG – trokken het tempo in de achtervolging weer stevig omhoog. Op de aanloop naar de slotklim werd het sterke vijftal vooraan ingerekend.
Daar begon EF meteen met een moordend tempo vanaf de voet van de klim naar Foppolo. Met nog negen kilometer te gaan lanceerde Richard Carapaz een splijtende demarrage. Er kwam geen antwoord. Even later probeerde Del Toro nog het verschil te maken, wat het uitgedunde groepje deed exploderen, maar zijn aanval verwaterde.
Carapaz bleef ongenaakbaar en schreef de etappe op indrukwekkende wijze op zijn naam. Een populaire zege voor de voormalig Giro-winnaar, die daarmee zijn klassementsambities luid en duidelijk onderstreept. Isaac del Toro sprintte naar de tweede plaats en wist daarmee zijn voorsprong op Juan Ayuso en Primoz Roglic licht uit te bouwen.
Giulio Ciccone pakte eveneens een paar bonificatieseconden.