Op 11 oktober staat het peloton aan de start van het laatste monument van het wielerjaar: de
Ronde van Lombardije. De Italiaanse herfstklassieker, bekend als het klimmersmonument, markeert het traditionele slotakkoord van het wegseizoen. De start wordt gegeven om 10.55 uur (CET), de finish wordt rond 16.45 uur verwacht.
Sinds de eerste editie in 1905 is Il Lombardia een hoeksteen van de wielersport. Al vroeg kreeg de koers de bijnaam Giro di Lombardia en de liefkozende titel Classica delle foglie morte — de Klassieker van de vallende bladeren. Door de decennia heen hebben talloze kampioenen hun naam aan de erelijst toegevoegd. Italiaanse iconen als Fausto Coppi en Alfredo Binda domineerden de beginjaren, met Coppi als recordhouder met vijf zeges. Later volgden grootheden als Eddy Merckx, Sean Kelly en, in modernere tijden, Vincenzo Nibali, die het veeleisende Lombardische terrein meesterlijk beheersten.
De editie van 2024 stond volledig in het teken van Tadej Pogacar, die met een imponerende solo zijn vierde opeenvolgende overwinning behaalde. Remco Evenepoel en Giulio Ciccone mochten mee op het podium, maar stonden in de schaduw van de Sloveen.
Parcours: Como - Bergamo
Como - Bergamo, 241,5 kilometer
De 241 kilometer lange koers van 2025 vormt opnieuw een beproeving van uithoudingsvermogen en karakter. Net als de andere monumenten is de afstand vergelijkbaar, maar de opeenstapeling van hoogtemeters en lange beklimmingen maakt Il Lombardia uniek. De race start in Como en finisht in Bergamo, met de traditionele ontknoping op de kronkelende wegen van Bergamo Alta.
Vanaf de start volgen de renners glooiende wegen richting de eerste obstakels: de Madonna del Ghisallo (vanaf de makkelijke zijde) en de Passo della Roncola. Deze beklimmingen dienen vooral om het peloton uit te dunnen en de toon te zetten. De daaropvolgende Berbenno maakt de benen moe, maar zal de koers vermoedelijk nog niet beslissen.
Daarna volgt de Passo della Crossetta — elf kilometer aan gemiddeld zes procent, met de top op 76 kilometer van de finish. Het is een zware, niet overdreven steile klim, maar een waar verschillen kunnen ontstaan. Na de top wacht nauwelijks een afdaling, waardoor de inspanning zich opstapelt.
Vervolgens doemt de Zambla Alta op: tien kilometer aan drie procent, met enkele vlakke passages en een slotsectie van 2,5 kilometer aan zeven procent. De afdaling richting het dal is technisch en kan opnieuw voor breuken zorgen.
Zoals vaak zal de beslissing vermoedelijk vallen op de Passo di Ganda — 9,2 kilometer aan 7,1%, met de zwaarste stroken in de slotkilometers waar het stijgingspercentage in de dubbele cijfers klimt. Na meer dan 200 koerskilometers kan deze klim meer schade aanrichten dan de cijfers doen vermoeden. De top ligt op veertig kilometer van de meet, en met het huidige koersgedrag in het moderne peloton is een lange solo hier zeker niet uitgesloten.
Mocht de beslissing daar nog niet vallen, dan wacht in de finale nog de iconische beklimming van Bergamo Alta: 1,3 kilometer aan 7,4%, met kasseien en smalle straatjes die voor een explosieve apotheose zorgen. De top ligt drie kilometer voor de finish. Van daaruit daalt de weg licht richting het centrum van Bergamo, waar – als er nog een groepje samen is – een sprint van de besten de Klassieker van de vallende bladeren kan beslissen.