Egan Bernal begint eind januari in Boyacá aan het Colombiaanse nationale kampioenschap op de weg voor 2024. Na een jaar waarin hij de Tour en de Vuelta wist te voltooien, zal zijn eerste grote uitdaging deze nieuwe campagne de
Tour Colombia zijn.
De in Zipaquirá geboren Bernal is een icoon in de wielersport en is een voorbeeld geworden voor jonge wielrenners in zijn land. Met zijn blik gericht op het begin van 2024, wordt gespeculeerd dat zijn eerste competitieoptreden zou kunnen plaatsvinden tijdens de
Nationale Kampioenschappen op de weg. Dit evenement biedt hem niet alleen de gelegenheid om de kleuren van zijn land te vertegenwoordigen, maar ook om zijn vorm te perfectioneren op bekend en uitdagend terrein, dicht bij huis.
Na deze eerste stop zouden Bernal zijn competitieve vooruitzichten zich kunnen uitstrekken naar de Tour Colombia 2.1, een evenement dat nog interessanter is geworden na het nieuws dat de INEOS ploeg heeft afgezien van deelname. Deze situatie opent de mogelijkheid dat de getalenteerde Colombiaanse wielrenner een ploeg zal leiden die voornamelijk bestaat uit nationale renners. Dit vooruitzicht heeft grote verwachtingen gewekt bij Colombiaanse wielerfans, die Bernal zien als een figuur die in staat is om te inspireren en het niveau van de lokale wielersport te verhogen.
De Tour Colombia 2.1 is een belangrijk evenement op de Latijns-Amerikaanse wielerkalender en de mogelijke aanwezigheid van Egan Bernal voegt een extra attractie toe aan deze wedstrijd. Zijn indrukwekkende prestaties in grote rondes en zijn bekwaamheid om gevarieerd terrein te bedwingen, maken van Bernal een gevreesde concurrent voor zijn rivalen en geliefd bij zijn fans.
Met een combinatie van opwinding en verwachting kijken wielerfans reikhalzend uit naar het eerste optreden van Egan Bernal in 2024. Zijn deelname aan de komende wedstrijden belooft niet alleen spanning en spektakel, maar biedt ook de mogelijkheid om getuige te zijn van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het Colombiaanse wielrennen.
Artikel geschreven door Juan Larra.