Mathieu van der Poel, die vorig jaar in Glasgow wereldkampioen werd en het afgelopen jaar met veel succes de regenboogtrui droeg, erkent dat deze periode hoogstwaarschijnlijk ten einde loopt. Hij geeft toe dat het een uitdaging zal worden om zowel in Zürich als op het komende
EK Wielrennen te winnen.
"Het is altijd leuk om een trui te pakken en kampioen te worden. Ik besef nu ook wel meer dat dit waarschijnlijk de laatste weken zijn dat ik in die trui zal rijden", vertelde Van der Poel in een interview met het AD. "Het zijn nog maar een paar koersen. Ik heb geprobeerd na de Spelen wat rust te nemen. Dan krijg je automatisch een dip en ik hoop dat in dit laatste deel mijn beste vorm terugkeert. Ik heb daarvoor altijd wat wedstrijden nodig."
Van der Poel reed recent in de Renewi Tour als lead-out voor Jasper Philipsen, waarbij hij succesvol was in etappe 4. Hij was de grote favoriet voor de koninginnenrit van zondag in Geraardsbergen, maar startte niet vanwege kniepijn. Deze blessure is niet ideaal voor de voorbereiding op de Europese Kampioenschappen, die een andere uitdaging zullen vormen.
In afwezigheid van Van der Poel zal Nederland rekenen op Olav Kooij als hoofdsprinter, terwijl België vier sterke sprinters heeft voor de finale. Van der Poel denkt dat Wout van Aert, die momenteel deelneemt aan de Vuelta a Espana, ook een aanvallende koers zal willen rijden en als bondgenoot kan optreden. "Met zoveel Belgische sprinters zal hij koers willen maken zoals ik."
"In het middengedeelte kan het wel lastig worden. Het is natuurlijk altijd een rare gewaarwording als je rijdt met landen, maar ik denk dat niemand het me kwalijk neemt als ik de lead-out doe voor Olav. Ik ben daar met de Nederlandse selectie."
Hij deelt zijn eerlijke mening over de twee aankomende koersen, die beide niet ideaal lijken voor zijn capaciteiten: "Het zijn beide moeilijke wedstrijden om te winnen. Het EK is misschien iets te makkelijk en het WK is juist weer aan de zware kant met al dat klimwerk."
De Wereldkampioenschappen in Zürich zijn vooral gericht op klimmers, gezien het parcours en de aanwezigheid van renners als Tadej Pogacar en Remco Evenepoel, die zowel korte klimmetjes als klassiekers aankunnen. Ondanks de uitdaging blijft hij hoopvol: "Anders zou ik namelijk ook niet gaan. Ik besef dat het moeilijk wordt. Maar er zal veel gekeken worden naar andere renners en minder naar mij. Dat is wel fijn, al zullen ze me ook niet zomaar laten rijden. Maar ik hoor niet bij de grote favorieten en misschien geeft dat wel iets meer ruimte."