Mads Pedersen ambitieus in aanloop naar Parijs-Roubaix: "Het droomscenario voor mij zou natuurlijk zijn om alleen te finishen, met een minuut of twee voorsprong"

Mads Pedersen is gemotiveerd en benadrukte tijdens de persconferentie voorafgaand aan Parijs-Roubaix dat de sterren gunstig staan en dit mogelijk zijn beste kans ooit is om een Monument te winnen. De leider van Lidl-Trek verkeert in topvorm, heeft een sterke en ervaren ploeg en hoopt de belangrijkste uitdager van Mathieu van der Poel te zijn op de weg deze zondag.

"Het is geen geheim dat Jasper Philipsen een lastig geval wordt om te kloppen in de sprint. Als het een sprint met een kleine groep wordt, dan hoop ik natuurlijk dat hij er niet meer bij is", deelde de Deen tijdens de persconferentie van afgelopen vrijdag, zoals gemeld door Wielerflits. "Het absolute droomscenario voor mij zou natuurlijk zijn om alleen te finishen, met een minuut of twee voorsprong. Zonder stress. Dan kan je zelf nog lek rijden in de laatste twintig kilometer."

Hoewel dit een zeer ambitieus en wellicht niet-realistisch scenario is, valt een overwinning voor de Deen niet uit te sluiten. Pedersen schreef dit voorjaar al Gent-Wevelgem op zijn naam, voor de wereldkampioen, waarbij Lidl-Trek bewees dat ze grote schade kunnen aanrichten. Jonathan Milan was een ander sleutelfiguur op die dag, en de Italiaanse krachtpatser zelf zal een zeer interessante rol spelen op de kasseien van Noord-Frankrijk na de vorm die hij dit voorjaar heeft laten zien.

Maar zoals Pedersen goed beseft, draait het in deze race om veel meer dan alleen fysieke kracht en tactiek. Ondanks zijn goede vorm heeft hij Roubaix nog niet gewonnen: "Ik denk eerder een combinatie van pech en niet goed genoeg zijn. Ik zei vorig jaar dat mijn hoofddoel voor deze wedstrijd was om eindelijk eens de finale te rijden. En dit jaar gaan we voor dezelfde aanpak. Natuurlijk droom ik ervan om de wedstrijd te winnen, maar ik weet ook hoe zwaar het is en dat je in de eerste plaats ervoor moet zorgen dat je materiaal standhoudt."

Vorig jaar eindigde de Deen als vierde en hij streeft ernaar dit keer beter te presteren, met een podiumplaats als zeer realistische optie. "Je moet wat geluk hebben dat je niet op het verkeerde moment lek rijdt of iets anders voorhebt met je fiets", is hij zich echter bewust. "Maar het is zo: als je naar de wedstrijd zelf kijkt, het parcours, dan zie je veel minder hoogtemeters dan in de Ronde van Vlaanderen. Het gaat meer over het ontwikkelen van een hoge snelheid en dat ligt me beter. Ik moet het alleen nog bewijzen met goede resultaten."