Johan Bruyneel analyseert de sterren van de toekomst: "Albert Philipsen is het allergrootste talent"

Nog nooit zijn scouts, coaches en managers zo naarstig op zoek geweest naar jonge talenten als nu. We kunnen dit fenomeen toeschrijven aan de supersterren Tadej Pogacar (jongste Tour de France-winnaar sinds 1904), Remco Evenepoel (won San Sebastian in zijn eerste jaar bij de junioren) of Joshua Tarling (Europees kampioen als 1e jaars U23), maar de realiteit van het professionele wielrennen is misschien gewoon veranderd met meer aandacht dan ooit voor de jongste categorieën.

In The Move podcast van Lance Armstrong analyseert Johan Bruyneel, een andere verschoppeling van de wielerwereld, wie hij de leukste talenten vindt die op dit moment het professionele peloton instromen en van wie hij verwacht dat ze in 2025 een grote stap voorwaarts zullen maken.

Lees ook

Romain Bardet stelt radicale verandering voor om profwielrennen te verbeteren: "Een draft-systeem met een salarisplafond"

Matthew Brennan

Brennan liet voor het eerst van zich horen toen hij het juniorenwereldrecord op de individuele achtervolging brak, voordat hij de stap maakte naar de onder-23 categorie op de weg. Nou ja, we zeggen "stap omhoog", maar het is niet overdreven om te zeggen dat Brennan imponeerde en zijn eerste twee wedstrijden in 2024 won. Gedurende de rest van het seizoen bleef hij indruk maken, zelfs in meer uitdagende wedstrijden. Uiteindelijk overtuigde hij Visma | Lease a Bike om hem een profcontract te geven, sneller dan iemand had verwacht.

Bruyneel is vooral enthousiast omdat je tegenwoordig niet zoveel "supergetalenteerde" snelle mannen meer ziet. "De meeste talenten zijn vooral klimmers, maar met Matthew Brennan hebben we een complete renner met een goede sprint, die zich meteen liet zien in de Tour Down Under. Vorig jaar reed hij al goed en behaalde hij goede resultaten en ik verwacht dat we hem ook dit jaar weer regelmatig voor de overwinning zullen zien strijden."

Pablo Torres & Jarno Widar & Jørgen Nordhagen

Aan de andere kant qua rennersprofiel staan drie extreem getalenteerde jonge klimmers - allemaal misschien klein van postuur, maar met een enorm potentieel.

Pablo Torres was misschien wel de grootste revelatie van 2024. Na een bescheiden carrière bij de junioren, voornamelijk in Spanje, maakte hij meteen indruk in de elitecategorie, in het bijzonder door het klimrecord op de Colle delle Finestre te verpulveren tijdens een rit die hem bijna de eindzege opleverde in de Tour de l'Avenir: "Hij is pas negentien jaar oud, maar hij rijdt al zo sterk. Hij is klein, maar heeft enorme kracht. In de Tour Down Under reed hij heel sterk zonder op te vallen in de uitslag."

Lees ook

"Een opkomend tij verheft alle boten'" - Tom Pidcock 'enthousiast over wat komen gaat' na perfecte start bij Q36.5 in Saoedi-Arabië

Jarno Widar was een van de weinigen die Torres wist te verslaan in een klim in de onder-23 Giro, maar de Belg kiest ervoor om nog een jaar in de beloftencategorie te blijven met een duidelijk doel om later dit jaar wereldkampioen U23 te worden in Rwanda, voordat hij de overstap maakt naar de profs.

Als we het hebben over klimvooruitzichten, mag Visma | Lease a Bike nog meer wonderen verwachten van de Noor Jorgen Nordhagen, die vaak wordt gezien als de opvolger van Jonas Vingegaard.

Paul Seixas & Albert Withen Philipsen

En dan is er nog de nieuwe lichting neo-pro's die rechtstreeks uit de juniorencategorie komen en al op het hoogste niveau beginnen te presteren. Je weet dat de talenten waar Bruyneel het over heeft enorm zijn als Lorenzo Finn, de wereldkampioen bij de junioren, niet eens op de lijst staat...

Ten eerste noemt Bruyneel de Franse klassementshoop Paul Seixas. De 18-jarige werd vijfde bij zijn profdebuut in de GP La Marseillaise nadat hij wegreed met een toprenner als Kévin Vauquelin.

Lees ook

Mathieu van der Poel richt zich op Ronde van Vlaanderen 2025 maar ziet één grote uitdaging: "Dit jaar doet ene Tadej Pogacar mee"

"Hij werd op indrukwekkende wijze wereldkampioen (tijdrijden, red.) bij de junioren en maakt nu zijn debuut bij de profs. Hij is sinds lange tijd een van de grootste talenten in Frankrijk en zal komend seizoen zeker indruk maken. Waar de jonge renners vaak tekort komen in de finale, kan Paul goed presteren."

Maar alle ogen zijn gericht op een andere renner die over een paar jaar wel eens de wielersuperster zou kunnen zijn. Wereldkampioen MTB, op de weg en een sterke cyclocrosser, Albert Withen Philipsen heeft alle troeven in handen om de volgende Mathieu van der Poel, Tom Pidcock of misschien zelfs de volgende Tadej Pogacar te worden.

"Ik denk dat het grootste talent van deze groep Albert Withen Philipsen is," beoordeelt Bruyneel. Hij is meervoudig wereldkampioen in verschillende disciplines en heeft echt goede dingen laten zien in de Tour Down Under en won het jongerenklassement. De cijfers van deze jongen zijn absurd en de manier waarop hij koerst is ook erg indrukwekkend. Ik verwacht dat we hem dit jaar veel vooraan zullen zien."

Lees ook

Moet een jonge renner zo hard werken? Lidl-Trek onder vuur vanwege de training van Albert Philipsen