Arvid de Kleijn wordt beschouwd als een van de beste sprinters in het huidige peloton die nog nooit op WorldTour-niveau heeft gereden. Op 30-jarige leeftijd sprak de ervaren topsprinter met WielrennenUpToDate tijdens de mediadag van Tudor Pro Cycling Team en deelde zijn inzichten over wat sprinters in 2025 moeten doen om competitief te blijven.
Met een sterke lead-out slaagde de Kleijn erin om afgelopen seizoen indrukwekkende resultaten te boeken, ondanks dat hij relatief onder de radar bleef vergeleken met andere sprinters.
De Nederlander behaalde dit voorjaar de allereerste WorldTour-overwinning voor zijn ploeg in Parijs-Nice, na drie tweede plaatsen in de UAE Tour. Later in het jaar voegde hij ook de GP de Fourmies, GP d'Isbergues en twee ritzeges in de Tour de Langkawi aan zijn palmares toe.
De Kleijn is een pure sprinter, maar hij beseft dat het tegenwoordig niet meer voldoende is om alleen snel te zijn (zoals onlangs duidelijk werd uit de woorden van Fabio Jakobsen). Het is essentieel om een sterke 'motor' te hebben om de wedstrijden en het steeds hogere klimniveau te overleven.
"Sprinten is echt iets totaal anders dan wat deze jongens (Michael Storer en Yannis Voisard, die naast hem zaten) doen", grapt hij. "Zij hebben veel uithoudingsvermogen, terwijl wij sprinters een balans moeten vinden tussen pure snelheid en de minimale aerobe capaciteit om beklimmingen te overleven en daarna weer te kunnen sprinten."
Het vinden van die balans is altijd een uitdaging en kan bepalend zijn voor het succes of falen van een sprinter. In het verleden, en vooral de laatste jaren, hebben we vaak gezien dat sommigen zich volledig op één aspect focusten en daardoor kansen misten door het andere te verwaarlozen. "Het is een lastige mix, en we proberen die balans zo perfect mogelijk te krijgen, zodat we supersnel kunnen zijn en de finales kunnen bereiken", aldus De Kleijn.