De ploegen voor de wegwedstrijd op de
Olympische Spelen zijn beperkt tot vier renners. Hierdoor heeft de Belgische Bondscoach
Sven Vanthourenhout de lastige taak om een selectie samen te stellen, vooral omdat twee namen zich aandienen.
"Het is een luxe dat we er twee van dat kaliber hebben", zegt Vanthourenhout, verwijzend naar de twee sterren van het Belgische wielrennen,
Remco Evenepoel en
Wout van Aert. "Ik wil altijd iemand meehebben waar je in alle omstandigheden 200% op kan rekenen. Dan spreek ik niet resoluut over een winnaar, maar over een renner die vanaf kilometer nul klaarstaat om gelijk welke situatie te kunnen inschatten, opvangen of rechttrekken."
Met slechts twee toegestane keuzes en een overvloed aan talent om uit te kiezen, heeft Vanthourenhout een zware taak om te beslissen wie zich bij de twee gouden medaillekandidaten voegt. "In mijn hoofd zijn dat er zeven", zegt de coach over de renners die in aanmerking komen. "Ik ga Arnaud niet afrekenen op zijn mindere voorjaar. Ik had hem en Jasper Philipsen had ik graag in een klassieker als Vlaanderen willen zien, om te kijken hoe ze zijn in klassieke finales boven de 250 kilometer."
Tiesj Benoot,
Jasper Stuyven en vooral
Maxim van Gils worden ook genoemd door Vanthourenhout. "Dat is een ambitieuze jonge kerel. Die, ondanks die eigen gretigheid, nog altijd heel erg opkijkt naar Remco en Wout en zich niet te beroerd voelt om in dienst te rijden als het moet. Zulke jongens heb ik nodig", zegt de bondscoach over Van Gils.