Jonas Vingegaard gold jaren als vooral defensieve renner: een uitstekende klimmer en tijdrijder, maar niet zo compleet als rivalen Tadej Pogacar en Remco Evenepoel. In 2025 draaide hij dat beeld om met agressievere, intuïtievere tactiek, waarmee hij op onverwachte momenten de spotlight pakte.
“Ja, het beviel me. Het was een andere manier van herlanceren dan we normaal deden. Ik vond het prettig dat we meer op gevoel reden en agressiever waren,” zei Vingegaard aan TuttoBiciWeb. “Ik zeg niet dat je altijd zo moet koersen, maar het was fijn om het eens te proberen, en ik denk dat we eerlijk kunnen stellen dat we er alles aan gedaan hebben om de koers te winnen.”
In Parijs-Nice verloor hij op La Loge des Gardes van João Almeida na een vroege aanval die niet rendeerde. De Deen kon in het voorjaar nooit echt vorm tonen, mede door zijn val op rit 5 van de Franse rittenkoers. Pas in het Critérium du Dauphiné leek hij weer op zijn vertrouwde niveau, maar in rit 1 verraste hij met een aanval in de heuvelfinale, die een gouden groep vormde met Pogacar, Evenepoel, Mathieu van der Poel en Santiago Buitrago.
“De switch van defensief naar aanvallend kan voor sommigen lastiger zijn. Je wílt aanvallen, maar het kan niet, dus moet je jagen. Als je alleen wilt jagen, moet je ineens aanvallen, en dat is moeilijker. Voor mij bewijst het dat ik ook op instinct en tactiek een heel sterke renner ben, en zo wil ik koersen,” zegt hij.
Tegen een Tadej Pogacar in topvorm viel weinig te beginnen, maar in de Tour de France toonde Vingegaard etappe na etappe zijn aanvalslust, ook in heuvelritten waar hij voor de verrassing ging. Elke uitval werd echter direct gecoverd door de gele trui.
Seizoensafsluiting en rust
Na de Tour reed en won de Deen de Vuelta a España, maar daarna sloeg de vermoeidheid toe en kwam hij niet meer in het stuk voor. Hij sloot zijn seizoen af met een deelname aan het klimmersvriendelijke European Championships, maar stapte vroeg af na al snel gelost te zijn.
“Ik was blij dat ik aan de European Championships meedeed, maar eerlijk gezegd had ik achteraf misschien beter kunnen rusten. Ik merkte dat ik meer pauze nodig had dan gedacht,” stelt hij. “Na de Vuelta had ik ongeveer een week voorbereiding en toen ging ik naar de European Championships, en het resultaat was niet wat ik hoopte.” Sindsdien deed hij het kalm aan, herstelde van een lang seizoen, en is hij in december opnieuw gericht gaan werken richting 2026, samen met
Team Visma | Lease a Bike.
“Eigenlijk had ik maar een paar dagen rust en trainde daarna door in Andorra, vervolgens ging ik naar Japan (voor het Saitama Criterium, dat ik won, red.). Ik deed drie à vier ritten per week op lage intensiteit, plus wat intervallen om de motor draaiend te houden. In Japan nam ik mijn echte vakantie. Nu ben ik naar Nederland geweest en daarna ga ik met de ploeg werken in Spanje (vermoedelijk gezegd begin december, red.).”