Jonas Vingegaard heeft in het
Critérium du Dauphiné 2025 al de nodige sterke signalen afgegeven. Het voedt de hoop dat de Deen komende zomer opnieuw in staat zal zijn om Tadej Pogacar uit te dagen in de Tour de France. Toch ziet voormalig Tourwinnaar Bjarne Riis nog veel ruimte voor verbetering – met name in de ploeg die Vingegaard moet ondersteunen.
“Ik maak me eerlijk gezegd zorgen dat het team van Jonas gewoon niet sterk genoeg is”, stelt Riis, Tourwinnaar van 1996 en landgenoot van Vingegaard, in een analyse voor het Deense BT.dk. “Sepp Kuss en de anderen zullen echt een tandje moeten bijsteken.”
De vermoedelijke Tourselectie van
Team Visma | Lease a Bike bestaat uit Vingegaard, Sepp Kuss, Simon Yates, Wout van Aert, Matteo Jorgenson, Tiesj Benoot, Edoardo Affini en Victor Campenaerts. Op papier een uitgebalanceerde formatie, met Grand Tour-winnaars (Kuss en Yates), allround toppers (Van Aert en Jorgenson) en enkele hardrijders pur sang. Toch is Riis niet overtuigd.
“Kuss, die in 2023 nog de Vuelta won, heeft sindsdien geen stap voorwaarts gezet. Hij is een teleurstelling, en dat is simpelweg niet goed genoeg. Punt.”
Riis is ook kritisch op de bredere vorm van de ploeg. “Visma heeft de laatste tijd niet veel indruk gemaakt. Jonas’ tweede plaats in de Tour was hun beste resultaat, en zelfs toen reed hij met een lagere cadans dan normaal. De rest van de ploeg speelde geen rol van betekenis in de klassiekers. Ik maak me echt zorgen. Ze wonnen de Giro met Yates, maar dat werd hen in de schoot geworpen na een strategische fout van UAE. Het kopmanschap was een ramp.”
Volgens Riis dreigt ook voor Vingegaard zelf gevaar, zeker op tactisch vlak. “Als ik Pogacar was, zou ik absoluut aanvallen bij waaiervorming. Jonas mist koerskilometers, en dan wordt positionering een probleem. Je kunt zomaar op het verkeerde moment op de verkeerde plek zitten – en dan mis je de slag. De Tour is technisch, tactisch en mentaal slopend.”
“Waar Vingegaard het meest bang voor is, is vallen”, besluit Riis. “Dat maakt hem terughoudender. Maar in de Tour is er geen ruimte voor angst. Natuurlijk kan Jonas zeggen: ‘Kom op Bjarne, ik heb alles onder controle.’ Maar zo zie ik het niet.”