Onlangs veroorzaakte de bekendmaking dat de legendarische
Eddy Merckx, wellicht de grootste wielrenner aller tijden, met spoed naar het ziekenhuis moest voor een spoedoperatie aan zijn darmen, bezorgdheid in de wielerwereld.
Gelukkig verscheen de 78-jarige Belg, hoewel duidelijk magerder, vrijdag weer in het openbaar bij de opening van een nieuw wielermuseum aan de voet van de Col de la Redoute. De vijfvoudig Tour de France-winnaar stelde zijn fans gerust met de verzekering dat "het goed met me gaat."
Na een operatie waarbij een aanzienlijk deel van zijn darm werd verwijderd in de vroege uren van 27 maart, is het geruststellend om te zien dat Merckx weer op de been is. "Alles is goed verlopen", vertelde zoon
Axel Merckx aan RTL, die zijn vader vergezelde bij de opening van het museum. "Hij heeft nog tijd nodig om te herstellen. Je mag niet vergeten dat hij binnenkort 79 wordt, dan gaat het allemaal wat minder snel. Hij komt voor het eerst sinds de operatie weer buiten. Hij ziet er goed en voelt zich niet slecht. Het is goed om hem weer op de been te zien."
Ondanks de uitdagingen van de afgelopen maand is Merckx op de hoogte gebleven van de gebeurtenissen in het peloton, en als vijfvoudig winnaar van
Luik-Bastenaken-Luik kijkt hij reikhalzend uit naar de editie van dit jaar. "Stephen Williams heeft me versteld doen staan in de Waalse Pijl - hij mag op het podium mikken. En ik hoop dat ook onze Belgen zich kunnen tonen. Het is hoopgevend dat
Maxim Van Gils geen schrik heeft van slecht weer", vertelde Merckx aan SudInfo.
Toch zijn het vooral
Mathieu van der Poel en
Tadej Pogacar die de aandacht van de Belg hebben getrokken. "Zelfs al zegt men dat hij zich gespaard heeft in de Amstel, vond ik Mathieu daar net iets minder fris ogen", zegt hij. "Wat natuurlijk perfect normaal is, na die inspanningen in de Ronde en Roubaix. Zelfs voor zo’n kampioen begint dat na een tijd door te wegen. Daarom ga ik voor Pogacar, omdat hij het voordeel van de frisheid heeft."