Toen de mannen elite-wegrit van het WK 2025 zich door de smalle, geplaveide straten van Kigali boorde, was er één ploeg die vanaf het eerste fluitsignaal de toon zette: Frankrijk.
Vroege stormloop van ‘Les Bleus’
Julien Bernard stond centraal in die vroege aanvalsgolf. Na een reeks felle demarrages van de Fransen wist hij zich te vestigen in de eerste vlucht van de dag. Maar toen hij later op de ochtend met de pers sprak, was zijn wedstrijd al voorbij – gesloopt door het zware parcours en, zo gaf hij tussen de regels door aan, een team dat al vanaf de start met interne tegenslag kampte.
„Gisteren was een moeilijke dag voor Julian Alaphilippe,” vertelde Bernard na afloop aan Cycling Pro Net, verwijzend naar de tweevoudig wereldkampioen die amper twintig minuten na de start ziek moest opgeven. „Het was ook zwaar voor Louis Barré. We wisten dus al dat we een paar strijders misten nog voor de koers echt begonnen was.”
Toch weerhield die wetenschap de Fransen er niet van om het peloton meteen op de proef te stellen. In de eerste twintig kilometer probeerden Aurélien Paret-Peintre en Paul Seixas hun kans, en ook Alaphilippe zelf liet zich even zien met een korte, flitsende aanval – alsof hij zijn ware vorm wilde maskeren.
Alaphilippe vroeg naar huis
Bij kilometer 22 stapte Alaphilippe echter definitief in de ploegauto, een gebaar dat boekdelen sprak. „Hij was niet onze aangewezen kopman – Pavel Sivakov was altijd onze man,” verduidelijkte Bernard. „Maar de ervaring van Julian in zo’n wedstrijd… het missen van die routine in de finale deed ons echt pijn.”
“We wilden een beweeglijke race”
Ondanks de beperkte diepte bleef de Franse strategie duidelijk: maak de koers hard, breng onrust en kijk wie overeind blijft. „We wilden vanaf het begin een beweeglijke race,” legt Bernard uit. „Een koers waarin het tijd kost om een voorsprong te laten ontstaan. We wilden het agressief houden, de spanning erin houden. Het peloton temperde het tempo al snel, maar ik vond een gaatje en kon naar voren springen.”
Die inspanning eiste echter een zware tol op het veeleisende Rwandese parcours, waar hoogte, vochtigheid en korte, steile klimmen elke trap zwaarder maken. Bernard hoopte voldoende marge te creëren om de beslissende Mont Kigali met beleid te kunnen nemen, maar het peloton gunde hem geen meter. „Ik hoopte dat we meer voorsprong zouden krijgen, zodat ik mijn krachten kon verdelen voor de Mont Kigali en de laatste muur. Maar die ruimte kwam er niet. Ik moest diep gaan nog voor de klim en werd bovenop weer ingelopen. Voor mij was de wedstrijd vanochtend al voorbij.”
Kippenvel in Kigali
Toch kijkt Bernard niet alleen met teleurstelling terug. Zijn vroege kilometers leverden ook een onuitwisbare herinnering op. „Het gaf me kippenvel,” zei hij zichtbaar geëmotioneerd. „Er was een moment in een van de afdalingen – gewoon een lang recht stuk – waar het leek alsof er aan beide kanten een zee van mensen stond. Dat is zo’n beeld dat je voor altijd bijblijft.”