Vaak wordt de route van de
Giro d'Italia ingekort vanwege het slechte weer dat nog steeds in mei door de Alpen trekt. Aanvankelijk zouden de renners in etappe 15 ook een kleine omweg maken naar Zwitserland, maar die plannen zijn gewijzigd. In plaats daarvan zullen de renners de mythische Mortirolo beklimmen.
De laatste dag van de tweede week van de wedstrijd werd gekenmerkt door een uitdagend parcours, met verschillende beklimmingen en een aankomst bergop op hoogte in de buurt van Livigno - in Mottolino. Hoewel de aankomst op dezelfde plek blijft, zullen de renners er via andere wegen komen.
Hoewel het begin van de etappe onveranderd blijft, zullen de renners niet meer naar Aprica klimmen en de Zwitserse grens oversteken. In plaats daarvan staat de beklimming van de Mortirolo op het programma. Hoewel dit niet de zwaarste kant is, is het toch een uitdagende klim van 12,6 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,6%. Bovendien zal de beklimming van de Forcola di Livigno ook worden overgeslagen. In plaats daarvan is er een ander uitdagend traject voorgesteld.
Na een uitgestrekte, licht stijgende vallei-afdaling, staat het peloton voor de uitdaging van de Passo di Foscagno, een klim van 15 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,4%, die zijn hoogtepunt bereikt op bijna 2300 meter boven zeeniveau. Deze klim, die slechts enkele kilometers voor de finish bergop komt, belooft een cruciale rol te spelen in het algemene klassement, op een dag die waarschijnlijk de koers zal beslissen.