Dylan van Baarle zal nationale titel niet verdedigen in aanloop naar drukke zomer: "We willen zo min mogelijk risico nemen"

De lente verliep niet helemaal zoals Dylan van Baarle het zich moet hebben voorgesteld, maar dat is geen reden om te treuren. Fascinerende koersen liggen nog in het verschiet voor de Nederlander, hoewel het verdedigen van zijn titel op het NK niet op zijn bucketlist staat. Daar is alle reden toe, want de Nederlander staat voor meer dan 50 koersdagen in de komende drie maanden. Hij zal de komende weken dus zeker niet stilzitten.

"Ik ga er normaal gesproken niet bij zijn", begint hij zijn verhaal in de podcast met co-host Wout Poels. "Dat heeft te maken met wat er daarna nog gaat komen", verwijst Van Baarle naar zijn plannen om de Tour de France te voltooien in steun van Jonas Vingegaard voordat hij probeert Mathieu van der Poel te helpen Olympisch goud aan zijn palmares toe te voegen in Parijs. En daarbovenop reist hij af naar Lissabon, Portugal, voor de start van de Vuelta a Espana waar hij opnieuw zal werken voor Vingegaard.

"Er zit nog een week minder tussen het eind van de Tour en het begin van de Vuelta, in vergelijking met vorig jaar. Om me daar optimaal op te kunnen voorbereiden, moet ik gewoon mijn energie sparen. Daarnaast willen we zo min mogelijk risico nemen. Het parcours van het NK is iets minder zwaar dan vorig jaar, wat de kans op valpartijen iets groter maakt. En het hoofddoel is om goed van start te gaan in de Tour de France."

Van Baarle rijdt dan nog maar één wedstrijd in de nationale kampioenstrui. "Het Critérium du Dauphiné zal mijn laatste in het rood-wit-blauw zijn, in ieder geval voor dit jaar. Ik heb er lang van kunnen genieten en ik ben heel blij dat ik hem heb mogen dragen. Het was een enorme eer." Wordt het een emotioneel afscheid? "Misschien pink ik wel een traantje weg, hoor", lacht hij.