Demi Vollering werd vooraf genoemd als een van de rensters die de Cipressa of de Poggio hard zou maken in de allereerste editie van Milano-Sanremo Women. De Nederlandse van FDJ - Suez koos echter voor een afwachtende koers, een tactiek die haar uiteindelijk niet het gewenste resultaat opleverde. In de gereduceerde sprint eindigde ze als vierde, een teleurstellend slot van een zware wedstrijd.
"Het was een snelle, zware koers, maar de beklimmingen waren niet selectief genoeg," analyseerde Vollering tegenover IDLProCycling.com. "Alle klimploegen lieten hun kopvrouwen te vroeg isoleren, waardoor er op de Poggio weinig ruimte was om te gaan. Toen Juliette Labous een gaatje vond, kon ze aanvallen, maar voor mij was het toen al te laat. Canyon/SRAM zette een strak tempo neer, precies in het voordeel van Lorena Wiebes en Lotte Kopecky."
Vollering moest uiteindelijk genoegen nemen met de vierde plaats. "Het ging zo snel dat het moeilijk was om het verschil te maken. Vanaf de voet van de Poggio tot de finish rijdt iedereen vol op de limiet," gaf ze toe. De Sloveense aanvaller Tadej Pogačar kan erover meepraten, en Vollering voelt nu exact waar zijn frustratie vandaan komt. "Die slotklim is zo snel voorbij... als je maar een seconde niet in de juiste positie zit, is het al gedaan."
Pech
Naast tactische keuzes speelde ook pech een rol in haar wedstrijd. Vollering wist in de finale ternauwernood meerdere valpartijen te ontwijken. "Op een gegeven moment viel er iemand pal naast me. Ik dacht dat ze me mee zou trekken, maar ik reed over haar achterwiel en bleef wonder boven wonder overeind."
Daar bleef het niet bij: "Even later kwam ik zelf bijna ten val, terwijl renners van achteren tegen me aan botsten. Eentje raakte zelfs mijn been. Ik reed met adrenaline en stress de Cipressa op, maar herstelde daar nooit echt van. Op de Poggio voelde ik het melkzuur in mijn benen branden."
Een leerzame eerste editie voor Vollering, die nu weet hoe verraderlijk deze koers kan zijn. De volgende keer zal ze ongetwijfeld anders te werk gaan.