Er wordt op dit moment een hoop gesproken over de veiligheid in het wielrennen, onder de renners zelf, analisten en zelfs de belangrijkste namen binnen de sport, vooral nadat het voorjaar bijna in een overlevingsspel veranderde. Jonas Vingegaard, Remco Evenepoel en Wout Van Aert beëindigden hun voorjaarscampagnes allemaal in ziekenhuizen, in plaats van op het podium.
Christian Prudhomme is van mening dat ploegen bij het ontwikkelen van hun materiaal te veel gericht zijn op het sneller maken van de renners in plaats van op hun veiligheid te letten. "Het kan toch niet dat een renner na zo’n val met een compleet gescheurd shirt en zijn huid volledig geraspt op de grond zit?" vraagt de
Tour de France-baas retorisch in RIDE magazine.
Hij vindt het onaanvaardbaar dat wielerkleding te weinig bescherming biedt. "In de Netflix-serie rond de Tour zegt Jonathan Vaughters dat je de impact van een valpartij moet voorstellen alsof je met je zwemkleding uit een rijdende auto springt. Dat kunnen we toch niet normaal vinden? We kunnen het niet blijven accepteren dat renners kleding dragen die hun huid niet eens beschermen bij een valpartij, zoals bij Van Aert het geval was."
De Fransman merkt ook op hoe wielrennen achterblijft bij andere sporten als het gaat om veiligheid. "Het sleutelbeen is een van de meest kwetsbare plekken van een renner. Dan moet je dit toch gaan beschermen. Alle andere schok- of snelheidssporten werken aan kleding ter bescherming van de sporter. Of het nu motorsport, skiën of rugby is. Ja, in rugby dacht twintig jaar geleden ook niemand dat er kleding ontworpen zou worden die de rugbyers kon beschermen. Vandaag de dag is het een feit."