ANALYSE | Wie zijn de belangrijkste knechten van Pogacar, Evenepoel en Pidcock tijdens de wereldkampioenschappen?

Wielrennen
zondag, 28 september 2025 om 13:48
Roglic
De heren WK Wielrennen op de weg in Kigali zijn van start gegaan en zondag zal de regenboogtrui naar de renner gaan die niet alleen zelf sterk is, maar vooral kan profiteren van ploeggenoten die het grootste deel van de dag het vuile werk opknappen. De opeenvolgende kasseienklimmetjes en de stapelende hoogtemeters maken dat positionering en koerscontrole minstens zo belangrijk worden als één allesbeslissende aanval. De schijnwerpers staan daarom niet alleen op de kopmannen, maar ook op hun luitenants. Dit zijn de voornaamste favorieten en de manier waarop hun teams de koers kunnen laten kantelen.

Slovenië voor Tadej Pogačar

Slovenië reist af met een ongekende luxe in de breedte. De startlijst onderstreept hoe Tadej Pogačar omringd wordt door een ploeg die meerdere kaarten kan spelen: Primož Roglič, Matej Mohorič, Domen Novak, Luka Mezgec, Matevž Govekar, Gal Glivar, Jaka Primožič en Matic Žumer completeren de selectie van de titelverdediger.
De aanwezigheid van Roglič kan cruciaal blijken: als ploegen te lang wachten om een aanval van Pogačar te neutraliseren, krijgt een andere Grand Tour-winnaar vrij spel. Mohorič fungeert als wegkapitein en meester in de afdalingen door de nauwe straten van Kigali; hij kan met één versnelling gaten dichten of juist een brug slaan. Novak is de pure klimdiesel die het peloton kan pijnigen op de lange circuitklimmen, terwijl Mezgec de smerige openingsklus krijgt: Pogačar door de eerste rondes loodsen, knokken voor positie op de kasseien en hem uit de problemen houden tot de hoogtemeters hun werk doen. Govekar en Glivar kunnen zich in vroege ontsnappingen nestelen zodat Slovenië niet hoeft te jagen, terwijl Primožič en Žumer inzetbaar zijn voor bidonruns of het uit elkaar trekken van de koers met explosieve demarrages.

België voor Evenepoel

Remco Evenepoel komt met het vertrouwen van zijn derde opeenvolgende tijdrittitel én een ploeg die gemaakt is om een hoog, slopend tempo te rijden: Ilan Van Wilder, Cian Uijtdebroeks, Victor Campenaerts, Florian Vermeersch, Quinten Hermans, Xandro Meurisse en Louis Vervaeke. De late coronauitval van Tiesj Benoot en diens vervanging door Vervaeke kost een ervaren wegkapitein, maar Vervaeke kent Evenepoels ritme uit hun gezamenlijke ploeg en kan direct inpassen.
Campenaerts en Vermeersch zullen de koers op de vlakke stukken en richting de kasseien hard maken voordat ze zelf lossen; Hermans en Meurisse moeten de onvermijdelijke tussengroepen – die zich tussen ronde vijf en tien vormen – afdekken; Uijtdebroeks en Van Wilder krijgen de taak om op de laatste drie beklimmingen het peloton in het rood te jagen. Het plan is duidelijk: houd Remco uit de chaos, verhoog het gemiddelde tempo en dwing de andere favorieten om vroeg krachten te verspillen.

Groot-Brittannië voor Pidcock

De Britse selectie is gebouwd rond twee speerpunten en zes perfect gekozen helpers: Tom Pidcock en Oscar Onley delen de kopmansrol, met Joe Blackmore, James Knox, Fred Wright, Mark Donovan, Oliver Knight en Bjorn Koerdt als ondersteuning. De tactiek is helder: bescherm twee klimmers die gedijen in chaos – en zaai die chaos vervolgens zelf.
Wright excelleert op ruwe ondergrond en in smalle passages; hij zal de hele dag vechten voor positie in Kimihurura en gaten dichten zodra een vroege ontsnapping ruimte krijgt. Knox en Donovan zijn de bergmotoren die het peloton keer op keer kunnen uitdunnen, terwijl Blackmore en Koerdt de elastieken vormen: altijd klaar om mee te springen met gevaarlijke aanvallen en vervolgens te temporiseren. Knight is de klassieke rouleur die in de valleien gaten dicht. Onley’s aanwezigheid geeft Pidcock ruimte om te wachten: als rivalen de Vuelta-podiumklant te strak markeren, kan Onley zelf de lange solo aangaan.

Mexico voor Isaac Del Toro

Mexico verschijnt met slechts drie renners – Isaac Del Toro, Eder Frayre en David Ruvalcaba – waardoor de tactiek grotendeels draait om slim energiebeheer. Frayre moet Del Toro uit de wind houden bij de aanlopen naar de kasseien, terwijl Ruvalcaba tweede golf-bewegingen moet volgen zodat de Mexicanen nooit alleen hoeven te achtervolgen.
Halverwege de koers is het ideaal om “mee te liften” met de plannen van de grote blokken. Meespringen met een Belgische, Sloveense of Britse versnelling heeft de voorkeur boven zelf aanvallen, zodat de grootmachten het tempo en de krachten verdelen. Del Toro kan dan toeslaan vanuit een uitgedunde elitegroep of vanuit een late tegenaanval zodra de Sloveense en Belgische knechten zijn gesloopt. Met slechts drie man is elke overbodige inspanning dubbel zo kostbaar, maar als ze fris de finale halen, is hun plafond hoog.

Ierland voor Ben Healy

Ierland brengt vijf renners: Ben Healy, Eddie Dunbar, Darren Rafferty, Ryan Mullen en Rory Townsend. Het is een ploeg die perfect aansluit bij het ritme van Kigali: twee klimmers die het parcours kunnen verzwaren, een krachtige rouleur die de chaos kan temperen en een typische lastpost om cruciale ontsnappingen af te dekken.
Dunbar en Rafferty zullen in de slotfase het zware klimwerk voor hun rekening nemen en Healy begeleiden op het moment dat de favorieten geïsoleerd raken. Mullen wordt belangrijk om Healy telkens naar het juiste wiel te loodsen en om kortstondige gaten op de vlakke stukken te dichten. Townsend heeft een dubbele waarde: hij kan langetermijnvluchten afstoppen zodat Ierland nooit zelf hoeft te achtervolgen, en hij kan als springplank dienen als de elitegroep aarzelt. De interne richtlijn is simpel: niet de koers dragen, maar wel altijd vertegenwoordigd zijn. Dat sluit perfect aan bij Healy’s handelsmerk: toeslaan vanuit een ongemakkelijke, langeafstandspositie zodra de grote ploegen naar elkaar gaan kijken.
Claps 0bezoekers 0
loading

Net Binnen

Meest Gelezen

Loading