Wout van Aert gaat volgend jaar hoogstwaarschijnlijk de
Giro d'Italia rijden, maar het algemeen klassement is waarschijnlijk te hoog gegrepen. De
Jumbo-Visma renner heeft in een recent interview verder op zijn visie ingegaan.
"Stel dat ik zou gaan, dan zou ik het liefst voor etappes gaan. Ik zie niet snel grenzen, maar ik ben realistisch. Een klassement rijden is niet echt te combineren met de andere dingen die ik wil. Misschien kan het wel als ik veel opoffer, maar dat wil ik niet", deelde van Aert met De Rode Lantaarn. De 'andere dingen' blijven de kasseiklassiekers, en daar zal van Aert zich het hele voorjaar volledig op richten.
Tussen Parijs-Roubaix en de Giro zit minder dan een maand. Voor één keer is dat weinig tijd om specifiek te trainen voor een Grote Ronde, rekening houdend met het feit dat van Aert zal pieken voor de kasseiklassiekers en daarna rust nodig zal hebben. De twee doelen combineren met maximale focus is niet mogelijk en dus heeft hij zijn keuze al gemaakt. "Ik kan bijvoorbeeld vijfde worden, maar als ik daarvoor moet afvallen, lang op hoogtestage moet en me verveel, dan vind ik het niet de moeite waard", stelt hij.
"Nu doe ik veel verschillende dingen die ik cool vind en waar ik voldoening uit haal als ik ze kan combineren. Als ik klassementsambities heb, is het niet om te winnen, zo realistisch ben ik. Dan is het de opofferingen niet waard." Uiteindelijk bezegelt dit het gerucht dat hij naar de Giro gaat met volledige focus op de roze trui. Het zou echter geen grote verrassing zijn als hij zichzelf zou testen, aangezien hij de Tour de France niet voor de boeg heeft waarin hij zichzelf moet redden. Als Van Aert sterk aan de wedstrijd begint en de overwinningen pakt die hij hoopt te behalen, dan kan hij binnen een lage-druk line-up nog zien hoe ver hij kan komen.
Vechten voor de overwinning is echter onrealistisch, zeker voor een renner met zijn gewicht, die het op een gegeven moment moeilijk zal krijgen in de brute Italiaanse bergen. Hij geeft toe dat hij misschien wel de capaciteit heeft om te vechten voor een kleine plek, maar het motiveert hem niet: "Ik denk dat er veel mogelijk is, maar ik ben ook realistisch. Voor mezelf zijn mijn plannen altijd haalbaar geweest. Het gaat om winnen of samen winnen. Als ik voor een ereplaats start, spreekt me dat minder aan dan wedstrijden winnen."