Jens Dekker heeft de afgelopen maanden een langverwachte terugkeer gemaakt in het veldrijden, maar het is sindsdien een achtbaan geweest. Zijn eerste overwinningen na zijn terugkeer, weer een grote valpartij en blessure, en nu een terugkeer naar het racen na een grote periode van indoortraining.
"Zelfs als ik een enorm niveau bereik, weet ik niet zeker of ik hier nog lang mee doorga. Ik vind het gewoon de moeite waard om het weer te proberen en er alles voor te doen. Achteraf zal ik evalueren of het het waard was of niet," vertelde Dekker aan Wielerflits. Eerder deze zomer zei Dekker in een gesprek met CyclingUpToDate "ik zat altijd achter resultaten aan en op dit moment weet ik dat de resultaten op een gegeven moment zullen komen, het maakt niet uit of het deze week is of over vijf weken of zelfs nooit. De resultaten doen er op dit moment niet echt toe voor mij, ik geniet gewoon van het feit dat ik weer rijd op dit niveau."
Overwinningen kwamen er in Spanje, waar hij de Ciclocross Lago de as Pontes en Concello De Ribadumia won. In beide gevallen versloeg hij rechtstreeks de Spaanse nationaal kampioen Felipe Orts, die inmiddels op het podium van een Superprestige-wedstrijd was geëindigd. Zijn niveau was hoog en hij maakte zijn rentree in de Wereldbeker in Maasmechelen, maar daar liep hij een valpartij en polsbreuk op. Terug naar de tekentafel en de indoorfiets.
Dekker keerde dit weekend terug in Boom waar hij 32e werd, maar hoopt de komende weken zijn beste vorm weer op te bouwen en te beginnen met het verdienen van serieuze UCI-punten in de grote wedstrijden. "Daar zijn simpelweg de meeste punten te verdienen. Ik vind het moeilijk om de resultaten in te schatten. Voor het seizoen hoopte ik dat ik af en toe top 10 kon halen op een goede dag en ergens tussen de 10 en 20 op een slechte dag. Maar ja, het landschap is dit jaar een beetje veranderd. Je hebt wel een groep die vecht voor de overwinning, maar daarachter ligt het helemaal open."
Dekker stelt daarom die tijdelijke verwachtingen omdat hij gelooft dat dat het niveau is dat hij kan bereiken, maar blijft heel open over de toekomst op de middellange en lange termijn. "Ik zou het geweldig vinden als ik bij de tweede groep zou kunnen horen. Dus niet de groep die vecht voor de overwinning, maar wat er net achter ligt. Daar wil ik me op richten."
"Ik wil me niet focussen op specifieke wedstrijden zoals het NK of WK", besluit de Nederlander. "Voor het WK moet ik eerst in de top 16 rijden in de wereldbeker, dus laten we ons daar eerst op richten. Daarna zien we wel wat er nog meer op mijn pad komt."